Minister Van Gennip van het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid heeft de Raad voor de rechtspraak om advies gevraagd. Dat advies moet gaan over het wetsvoorstel tot wijziging van de re-integratieverplichtingen in het tweede ziektejaar bij werknemers van kleine en middelgrote werkgevers. Als Van Gennip gehoopt heeft op applaus van de Raad voor haar wetsvoorstel met wellicht enkele voorstellen tot verbetering, dan komt zij bedrogen uit.
Raad voor de rechtspraak over MKB-re-integratie
Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Wat regelt dit wetsvoorstel ook alweer? Lees het hier.
De Raad is het nog wel eens met de minister dat kleinere werkgevers moeite hebben met het invullen van hun re-integratieverplichtingen. De oplossing die met het wetsvoorstel wordt geboden wordt echter als veel te complex gezien. De vereisten en termijnen waaraan voldaan moet worden om spoor 1 re-integratie af te sluiten, zijn moeilijk en belastend voor de werkgever. Het voordeel van eerdere duidelijkheid over het definitief kunnen invullen van de arbeidsplaats weegt daar niet tegenop en voordelen voor de werknemer ziet de Raad al helemaal niet. De Raad verwacht een toename van conflicten tussen werkgever en werknemer over de re-integratie-inspanningen van de werkgever die een verzoek doet tot afsluiting van het eerste spoor. Dergelijke conflicten dragen uiteraard niet bij aan een succesvolle re-integratie. Bovendien gaan die conflicten zorgen voor meer complexe gerechtelijke procedures.
Het wetsvoorstel gaat voorbij aan een groot door werkgevers ervaren knelpunt; de duur van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. De werkgever moet ook als de werknemer wordt herplaatst in het tweede spoor, het volledige tweede ziektejaar het loon door blijven betalen en het opzegverbod blijft dus ook van toepassing. De Raad verwacht dan ook niet, zoals het wetsvoorstel beoogt, dat werkgevers door het sneller kunnen afsluiten van spoor 1 re-integratie, meer en/of eerder werknemers in vaste dienst zullen nemen.
Het wetsvoorstel lost dus geen probleem op en is te complex. De conclusie van de Raad voor de rechtspraak is allesbehalve complex: ‘dien het Wetsvoorstel niet in’.
Het volledige advies leest u hier.