Minister Koolmees heeft van Maarten Post, de voorzitter van Stichting ZZP Nederland, een brief ontvangen over de AOW leeftijd en individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. De voorzitter stelt dat de verhoging van

Minister Koolmees heeft van Maarten Post, de voorzitter van Stichting ZZP Nederland, een brief ontvangen over de AOW leeftijd en individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. De voorzitter stelt dat de verhoging van de AOW-leeftijd negatieve effecten met zich mee brengt voor zelfstandigen die een AOV-polis hebben afgesloten. Doordat deze polissen in veel gevallen een eindleeftijd kennen van 65 jaar, is de inkomensderving bij arbeidsongeschiktheid gedurende minimaal twee jaar niet meer afgedekt. Verzekeraars zijn er volgens Post tot nu toe onvoldoende in geslaagd, om voor alle groepen die dat wensen, een verlengingsaanbod te doen tegen een betaalbare prijs.

ZZP Nederland wil dat het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid ingrijpt. Zij verzoeken Koolmees de omvang van de groep benadeelde ZZp’ers en de omvang van de schade vast te stellen. Zij vragen de minister om een adequate compensatieregeling te treffen of anderszins een oplossing te bieden voor deze problematiek. De stichting oppert zelf om de bestaande IOAZ-regeling hiervoor aan te wenden, met de kanttekening, dat er geen bijstandssituatie mag ontstaan.

Het is de vraag wat het ministerie met deze vragen gaat doen. Vorig jaar heeft toenmalig staatssecretaris Klijnsma antwoord gegeven op vragen over de verhoogde AOW-leeftijd en het niet aansluiten daarop van WIA-verzekeringen. Klijnsma schreef toen dat verzekeraars hun producten zelf samenstellen en zelf de polisvoorwaarden, waaronder de looptijd bepalen. Zij gaf aan het wenselijk te vinden dat verzekeraars zorgen dat er – ook ten aanzien van deze private producten – duidelijkheid is over de looptijd en aansluiting bij de AOW-leeftijd. Bij WIA-producten is het logisch dat zij aansluiten op de (eindleeftijd van de) werknemersverzekeringen. Bij individuele arbeidsongeschiktheidsverzekeringen speelt dit echter geen rol. Het is zelfs gebruikelijk dat voor bepaalde beroepsgroepen de eindleeftijden op arbeidsongeschiktheidsverzekeringen worden gemaximeerd op 60 of 55 jaar.

Wij verwachten dat Koolmees in zijn antwoord naar ZZP Nederland zal verwijzen naar de plannenmakerij rond de gehele zzp-problematiek. Het thema arbeidsongeschiktheid zal in die plannen zeker worden meegenomen. Nog voor het zomerreces stuurt Koolmees over de ZZP-plannen een hoofdlijnenbrief naar de Tweede Kamer om te komen tot wetgeving in 2020.