Terug naar overzicht
10 september 2018

Ziektewet en hypotheek

Voor het afsluiten van een hypotheek is het nodig dat de aanvrager met enige zekerheid kan beschikken over voldoende inkomsten om tot aflossing van de hypotheekschuld te komen. Voor werknemers met een vast dienstverband is dat eenvoudig aan te tonen, maar een vast dienstverband wil niet zeggen dat deze

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Voor het afsluiten van een hypotheek is het nodig dat de aanvrager met enige zekerheid kan beschikken over voldoende inkomsten om tot aflossing van de hypotheekschuld te komen. Voor werknemers met een vast dienstverband is dat eenvoudig aan te tonen, maar een vast dienstverband wil niet zeggen dat deze voortduurt gedurende de volledige looptijd van de hypotheek. Het dienstverband kan worden beeindigd door bijvoorbeeld een reorganisatie en faillissement van de werkgever of door langdurige arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Gelukkig kan de werknemer de financiele gevolgen daarvan verzekeren met een woonlastenverzekering. Er lijkt echter een hiaat in de dekking van dergelijke verzekeringen te kunnen zitten.

De woonlastenverzekering verzekert werknemers die vanuit een dienstverband met een bepaalde omvang arbeidsongeschikt of werkloos raken. De uitkering is meestal gebaseerd op een verzekerd bedrag die een relatie heeft met de (maandelijkse) woonlasten. De uitkering bij werkloosheid is gemaximeerd op een afgesproken termijn of de maximale termijn van de WW-uitkering. De uitkering bij arbeidsongeschiktheid kan ook een gemaximeerde termijn hebben, maar ook voortduren zolang de werknemer recht heeft op een WIA-uitkering.

Een situatie die niet in de polisvoorwaarden van woonlastenverzekeringen voorkomt is die waarin de werknemer recht heeft op een Ziektewetuitkering. Er zijn bij de Ziektewetuitkering twee situaties mogelijk: de werknemer heeft een dienstverband of niet. In het eerste geval is de ziektewetuitkering een compensatie voor de loondoorbetalingsverplichting van de werkgever. Gaat de werknemer vervolgens arbeidsongeschikt uit dienst dan zal de woonlastenverzekering dekking bieden. In het tweede geval is de werknemer uit dienst en is verzekeringsdekking onzeker.

Een werknemer die uit dienst is en een WW-uikering ontvangt, maakt bij ziekte aanspraak op een Ziektewetuitkering. Omdat de werknemer niet werkloos maar ziek is, zal de woonlastenverzekering een uitkering vanwege werkloosheid staken. De arbeidsongeschiktheid is vervolgens niet gedekt op de verzekering, omdat deze niet tijdens het dienstverband is ontstaan. Een verzekeraar zal dit echter goed in de polisvoorwaarden uitgelegd moeten hebben. Kifid heeft eind vorige maand geoordeeld dat een werknemer in een dergelijke situatie toch recht had op een uitkering omdat de polisvoorwaarden ruimte lieten voor een andere interpretatie dan die van de verzekeraar. De Ziektewetuitkering werd in verband met de ziekte tijdens werkloosheid ontvangen.

Er is nog een ander risico voor een verzekerde en dat is de nawerking van de Ziektewet. Als een werknemer op de eerste dag van werkloosheid ziek wordt, dan is er geen recht op een WW-uitkering; de werknemer is dan immers niet beschikbaar voor werk. Een werknemer krijgt dan een Ziektewetuitkering en is arbeidsongeschikt geworden na eindigen van zijn dienstverband: geen uitkering vanuit de woonlastenverzekering.

De Ziektewetuitkering is geen item in de polisvoorwaarden van woonlastenverzekeraars. Het zou wat ons betreft wel moeten en ook zou dit onder de dekking van de polis moeten vallen. Niet alleen om onduidelijkheid weg te nemen, maar ook omdat een werknemer met een Ziektewetuitkering terug is gegaan in inkomsten vergeleken met zijn eerdere salaris en wel zijn hypotheek moet aflossen. Laat het in ieder geval een dekkingskeuze zijn.

Wat ons betreft maakt de Kifid-zaak in ieder geval duidelijk dat de woonlastenverzekering niet een bijproductje bij de hyptheek is, maar goede advisering verdient.