Onlangs is er een uitspraak gedaan door het Gerechtshof in Arnhem-Leeuwarden over het al dan niet zelfstandig zijn van een ZZP’er. Die uitspraak was nodig aangezien de Belastingdienst en een ZZP’er werkzaam in de zorg, het niet met elkaar eens waren.

Onlangs is er een uitspraak gedaan door het Gerechtshof in Arnhem-Leeuwarden over het al dan niet zelfstandig zijn van een ZZP’er. Die uitspraak was nodig aangezien de Belastingdienst en een ZZP’er werkzaam in de zorg, het niet met elkaar eens waren.

Het ging in deze zaak om een zorgverleenster die voor vijf zorgaanbieders werkt. Zij is niet verplicht opdrachten te aanvaarden en moet zelf voor vervanging zorgen als ze niet in staat is om te werken. Verder is zij in grote mate zelfstandig waar het gaat om de invulling en uitvoering van haar zorgtaken. Al deze aspecten wegen voor het Hof zwaarder dan het gegeven dat zij alleen via de zorgaanbieder bij de eindklant terecht komt en dat de zorgaanbieder verantwoordelijk is voor de kwaliteit van de geleverde zorg. Conclusie is daarom dat de zorgverleenster zelfstandige is.  De met haar werkzaamheden in de thuiszorg behaalde inkomsten vormen winst uit onderneming. Zij heeft dan ook recht op toepassing van de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling. De zorgverleenster is in het gelijk gesteld en op fiscaal vlak is dat voordelig. Wat zij en veel van haar collega ZZP’ers hopelijk niet uit het oog verliezen is dat er door de zelfstandigheid ook geen werknemersverzekeringen van toepassing zijn. Het netto inkomen is hoger, maar misschien is het zinvol om een deel daarvan uit te geven aan de premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering.