Terug naar overzicht
29 augustus 2022

WIA-achterstanden wegwerken

Er zijn te weinig verzekeringsartsen om het aantal gevraagde beoordelingen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering uit te voeren. Dat weet u als het goed is, want dat tekort is er al meer dan dertig jaar. De WIA heeft er sinds 2006 voor gezorgd dat de claimbeoordeling veel meer tijd in beslag is gaan nemen. Vanaf 2019 kunnen achterstanden niet meer worden ingelopen. Mensen moeten inmiddels dermate lang op een (her)beoordeling wachten, dat minister Van Gennip wil ingrijpen. In een brief heeft zij vorige week uitgelegd hoe dit gaat gebeuren.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Momenteel wordt slechts 30 procent van de WIA-aanvragen op tijd behandeld. Ook bij aangevraagde herbeoordelingen gaat het niet goed; 25 procent gebeurt binnen de wettelijke termijn. De vraag naar sociaal-medische dienstverlening zal bij gelijke werkwijze en ongewijzigde wet- en regelgeving in 2030 naar verwachting 33procent hoger zijn dan het beschikbare aanbod. Het is voor iedereen duidelijk dat de huidige uitvoeringspraktijk niet houdbaar is. Van Gennip wil met een aantal maatregelen op de korte termijn verlichting bieden. Daarnaast moeten maatregelen op de middellange termijn meer structureel probleemoplossend werken. Voor de langere termijn staat ons waarschijnlijk een stelselwijziging te wachten.

Korte termijnaanpak

De bedoeling is dat verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen gerichter zullen worden ingezet waarbij de nadruk ligt op werkhervatting. Dat resulteert onder andere in een wijziging van beoordelingen in de Ziektewet, die niet meer altijd standaard na een jaar ziekte plaatsvinden. Ingrijpender is de maatregel om de WIA-claimbeoordeling bij 60-plussers door de arbeidsdeskundige te laten uitvoeren. Deze bepaalt of verdere inzet van de verzekeringsarts nodig is, zoals in het geval van (mogelijke) duurzame volledige arbeidsongeschiktheid. In alle andere gevallen wordt een WGA uitkering op basis van volledige arbeidsongeschiktheid toegekend, tenzij de werknemer minder dan 35 procent arbeidongeschikt is vanwege zijn (nieuwe) inkomen. Uitkeringen die op basis van de vereenvoudigde opzet worden toegekend, worden niet doorbelast aan de (ex-)werkgever.

Een andere maatregel is dat bij werknemers met een IVA-uitkering er gedurende vijf jaar geen herbeoordeling wordt uitgevoerd wanneer zij hervatten in betaalde arbeid. Dit alles zal er niet toe leiden dat de achterstanden ineens verdampen. Er zullen daarom nog steeds WIA-voorschotten worden verstrekt. De minister wil dat onterecht verstrekte voorschotten die niet met een andere uitkering verrekend kunnen worden, niet worden teruggevorderd en ook niet worden verhaald op werkgevers. Dat is nu al zo en die maatregel wordt verlengd tot 2024.

Aanpak middellange termijn

Een belangrijk punt uit de WIA-wetgeving is het onderscheid tussen de WGA-uitkering en de IVA-uitkering. Een IVA-uitkering is alleen bestemd voor werknemers die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Het afschaffen van het duurzaamheidscriterium en de IVA zorgt ervoor dat er minder beoordelingscapaciteit nodig is. Volledige afschaffing acht de minister aan de orde bij een stelselwijziging. Nu wil zij beoordelen of volledige arbeidsongeschiktheid altijd na verloop van vijf jaren duurzaam geacht zal worden. Dat betekent dat werknemers die vanwege volledig arbeidsongeschiktheid een WGA-uitkering ontvangen na vijf jaar automatisch in de IVA belanden. Na onderzoek heeft de minister inmiddels laten weten dat dit plan niet haalbaar is zonder majeure wetswijziging en daarom niet zal worden doorgevoerd.

Een tweede optie die zij overweegt is om de arbeidsongeschiktheid van werknemers die werken, op basis van het werk dat zij verrichten te beoordelen. Daarmee wordt het een volledig arbeidsdeskundige beoordeling waarbij een verzekeringsarts niet meer nodig is.

Lange termijnplannen

Voor de lange termijn wil de minister mogelijk een stelselwijziging doorvoeren. Een onafhankelijke commissie wordt ingesteld om onderzoek naar een toekomstbestendig stelsel rond ziekte en arbeidsongeschiktheid. Dat onderzoek moet lopen van eind dit jaar tot begin 2024. De commissie krijgt de vrijheid om buiten de bestaande kaders te denken maar zal in ieder geval moeten kijken naar bevorderen van activering en inkomensbescherming. De oplossingsrichtingen die de commissie uitwerkt voor de toekomst van het stelsel van ziekte- en arbeidsongeschiktheid dienen ruimte te bieden aan de uitvoering van reeds bestaande ambities, zoals het creëren van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen, een duurzame oplossing te bieden voor de mismatch bij het sociaal-medisch beoordelen, en rekening te houden met de betaalbaarheid van het stelsel. Gezien de complexe opdracht en het geschetste tijdpad zal de uitwerking van een stelselwijziging bij een volgend kabinet komen te liggen.