Op 21 juni jl. stuurde minister Van Gennip de Vereenvoudigingsagenda Sociale Zekerheid 2023 naar de Tweede Kamer. Hierin staan, zoals de titel al duidelijk maakt, geplande maatregelen opgesomd die onze sociale zekerheid moeten vereenvoudigen. In de vereenvoudigingsagenda kwamen we een interessante oude bekende tegen.

Een regeling die door waarschijnlijk alle betrokkenen gewenst is, is de regeling van financiering van de WGA als er een overgang van onderneming in het spel is. Bij een overgang van onderneming is het van belang of de verkrijgende en de overdragende partijen WGA-eigenrisicodrager zijn of publiek verzekerd, of er zieke werknemers zijn of dat er al WGA-instroom heeft plaatsgevonden, wat de loonsommen zijn van de betrokken werkgevers en of de bedrijfswijziging überhaupt kwalificeert als overgang van onderneming. Als je daarbij optelt dat een WGA-uitkering maar liefst tien jaar onder de financiële verantwoordelijkheid van werkgevers valt, zal duidelijk zijn dat we te maken hebben met een ingewikkelde regeling. In de vereenvoudigingsagenda wordt de oplossing gezocht in het Wetsvoorstel beschikking bij overgang van onderneming. Wij zijn echter bang dat er meer nodig zal zijn.

De Belastingdienst krijgt als het Wetsvoorstel wordt aangenomen een actievere rol toebedeeld bij een overgang van onderneming. De overdragende werkgever en de verkrijgende werkgever krijgen vanaf 2029 de verplichting tot het melden van de overgang van een onderneming. Deze meldplicht geldt binnen twee weken na de overgang van een onderneming. De bedoeling is dat de Belastingdienst vervolgens een beschikking afgeeft waarin wordt vastgesteld dat er een gehele of gedeeltelijke overgang van onderneming is geweest en in het geval van een gedeeltelijke overgang wat het percentage van de loonsom is geweest dat is overgedragen. Dit percentage bepaalt welk deel van de WGA-uitkeringen en loonsomhistorie wordt overgedragen. Zowel overdrager als verkrijger(s) ontvangen een beschikking en kunnen daar desgewenst bezwaar tegen aantekenen. Zo wordt voorkomen dat de bij de overgang betrokken ondernemingen los van elkaar op verschillende momenten, bij verschillende instanties bezwaar aantekenen tegen de zich op een later moment manifesterende gevolgen.

De beschikking maakt de regelgeving natuurlijk niet eenvoudiger. Het blijft bij een overgang van onderneming puzzelen wat nou daadwerkelijk de gevolgen zullen zijn. Die gevolgen zullen wellicht pas veel later duidelijk worden, op een moment dat bezwaar niet meer mogelijk is. Een ander opmerkelijk punt in het Wetsvoorstel is dat de publieke uitvoerder van de belastingwetten zich gaat uitspreken of er sprake is van overgang van onderneming, een privaatrechtelijke aangelegenheid. U begrijpt; we gaan de behandeling van het wetsvoorstel met veel interesse volgen!