Terug naar overzicht
22 december 2014

Wet werk en zekerheid en WW-premie

Het is voor werkgevers natuurlijk plezierig om op kosten te letten en risico’s te vermijden. Eén van de grootste kostenposten is personeel. Werkgevers proberen personeelskosten te beheersen onder andere door flexibele dienstverbanden aan te gaan. Met de gewijzigde ketenregeling die dankzij de Wet werk en zekerheid wordt doorgevoerd, is deze mogelijkheid een stuk beperkter geworden.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Het is voor werkgevers natuurlijk plezierig om op kosten te letten en risico’s te vermijden. Eén van de grootste kostenposten is personeel. Werkgevers proberen personeelskosten te beheersen onder andere door flexibele dienstverbanden aan te gaan. Met de gewijzigde ketenregeling die dankzij de Wet werk en zekerheid wordt doorgevoerd, is deze mogelijkheid een stuk beperkter geworden. Bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die elkaar binnen een periode van zes maanden opvolgen ontstaat bij het vierde contract een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Dit gebeurt ook als de totale duur van tijdelijke contracten langer is dan twee jaar. Verder is het met de komst van de Wet werk en zekerheid niet meer mogelijk om bij dienstverbanden van een halfjaar of korter een proeftijd af te spreken.

We zien in de markt dat werkgevers met vindingrijkheid op de nieuwe Wet anticiperen. Zo wordt gedacht aan een tijdelijk contract van zeven maanden waarmee een proeftijd mogelijk is. Dit contract kan vervolgens worden verlengd met twee contracten van acht maanden, totaal 23 maanden zodat er geen vast dienstverband ontstaat. Bovendien is er zo geen verplichting om een transitievergoeding te betalen.

Het proberen te voorkomen van kosten kan echter ook tot kosten leiden. In verband met de invloed van seizoenswerkloosheid bestaat in vijf sectoren een hoog en een laag premiepercentage voor de WW. Het hoge premiepercentage geldt onder andere voor werknemers met een arbeidsovereenkomst voor de duur van korter dan een jaar en werknemers die binnen een jaar na aanvang van de dienstbetrekking vanuit die dienstbetrekkingen recht krijgen op een WW-uitkering.

Het risico op een hoge WW premie speelt bij de sectoren agrarisch bedrijf (1), bouwbedrijf (3), culturele instellingen (54), horeca algemeen (33) en het schildersbedrijf (56).