Terug naar overzicht
25 maart 2024

Werken met minder bedrijfsartsen

Minister Van Gennip van het ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over een aantal acties die zij onderneemt in verband met het tekort aan bedrijfsartsen. Die acties zijn nodig omdat het er niet naar uitziet dat het tekort aan bedrijfsartsen een tijdelijk probleem is. Vorig jaar werd al bekend dat de komende tien jaar het tekort niet zal kunnen worden ingelopen. Een van de oplossingen is om af te kijken bij UWV.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Om meer bedrijfsartsen te krijgen moet je er meer opleiden dan dat er stoppen. Aan de opleidingskant zit echter een probleem. Er is namelijk een tekort aan opleidingsplaatsen door een gebrek aan praktijkopleiders. Hierdoor kunnen de komende tien jaar niet genoeg bedrijfsartsen worden opgeleid om aan de vraag te voldoen. Van Gennip heeft ZonMw opdracht gegeven een programma te ontwikkelen om het bestand van praktijkopleiders te vergroten en het vakgebied toekomstbestendig te maken. Daarnaast start er een subsidieprogramma Innovatieve Arbozorg dat de volgende drie doelen nastreeft:

1) Versterking en innovatie van de opleiding en bij- en nascholing; gericht op het versterken van de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de opleiding bedrijfsgeneeskunde op alle fronten, inclusief maatregelen om het aantal praktijkopleiders te vergroten; 

2) Stimuleren van de samenwerking tussen (kern)deskundigen; hierbij staat het voorkomen van uitval door werk of beroepsziekten centraal en is ruimte om te experimenteren met vormen van samenwerking, zoals verantwoorde taakdelegatie/taakherschikking;

3) Versterken van de kennisinfrastructuur, bevorderen van kennisontwikkeling en kwaliteitsborging; gericht op het vergroten van impact van multidisciplinaire kennis in de praktijk. 

Het subsidieprogramma is bedoeld om op korte termijn voor een impuls te zorgen. Voor de wat langere termijn zet Van Gennip in op meer aandacht voor preventie binnen en buiten de arbeidsgerelateerde zorg. Bevordering van gezondheid van alle mensen moet wat haar betreft centraal staan in het volledige overheidsbeleid. Meer gezonde werknemers betekent immers minder behoefte aan bedrijfsartsen. De minister wijst op enkele langlopende projecten, maar interessanter is hoe zij preventie als onderwerp hoger op de agenda van werkgevers wil zetten. De komende periode wordt namelijk de introductie van financiële prikkels (zowel positieve als negatieve) onderzocht, zodat bedrijven meer in preventie gaan investeren. Positieve en negatieve prikkels klinkt goed maar vooralsnog blijken eerst de negatieve prikkels aan bod te komen met een mogelijke verhoging van  boetes.

Dan betrekt Van Gennip het UWV in het verhaal. Dat is logisch want als er een organisatie is die ervaring heeft met een tekort aan artsen, dan is het wel onze nationale uitvoeringsinstelling. Om de capaciteitsproblematiek aan te pakken moeten niet alleen bedrijfsartsen, maar alle professionals  werkzaam in de arbozorg, zo optimaal mogelijk worden ingezet. Van Gennip legt uit dat dit kan door middel van juiste en verantwoorde taakdelegatie en taakherschikking. Daarnaast kan kwaliteitsverbetering van het stelsel van arbodienstverlening gezocht worden in het aanbrengen van meer focus op preventie en samenwerking in multidisciplinaire teams. Bij het UWV is een beweging ingezet om te werken in sociaal-medische teams. Ook binnen de arbeidsgerelateerde zorg zou een dergelijke opzet kunnen slagen. Door de juiste deskundigen op het juiste moment in te schakelen en een brede en innovatieve samenwerking tussen en met andere deskundigen te creëren, wordt de kwaliteit en effectiviteit van de arbeidsgerelateerde zorg verbeterd. Een efficiënte samenwerking in multidisciplinaire teams draagt er ook aan bij dat de toenemende druk op bedrijfsartsen verlicht wordt, aldus de minister.