Werknemers die arbeidsongeschikt raken hebben doorgaans recht op loondoorbetaling bij ziekte en kunnen aansluitend daarop aanspraak maken op een WIA-uitkering. Als de oorzaak van arbeidsongeschiktheid is gelegen in het werk van de werknemer, dan kan een werkgever aansprakelijk worden gesteld voor de (meer)schade die de werknemer lijdt. Voor werkgevers en hun werknemers zijn er daarom tal van verzekeringen beschikbaar. Volgens de rechter zijn die echter niet allemaal geschikt.
Wat is een behoorlijke ongevallenverzekering?
Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Een student is als oproepkracht in dienst bij een koeriersbedrijf en krijgt een ernstig eenzijdig ongeval met een bedrijfsauto. De werknemer rijdt voorafgaand aan het ongeval 121 kilometer per uur op een weg waar maximaal 50 kilometer per uur is toegestaan. Hij raakt van de weg en botst tegen een boom. De werknemer raakt arbeidsongeschikt en er zijn meerdere ingrepen nodig in het ziekenhuis voordat de werknemer kan herstellen. De schade voor de werknemer bestaat uit medische kosten, een vertraging in zijn studie en immateriële schade. De schade wordt geschat op een bedrag tussen de € 54.000 en € 78.000. De werkgever wordt aansprakelijk gesteld, onder andere omdat hij tekortgeschoten is in de nakoming van de op haar als goed werkgever ex artikel 7:611 BW rustende verzekeringsplicht voor verkeersongevallen van haar werknemers.
De werkgever heeft een collectieve ongevallenverzekering afgesloten en ook is er een inzittendenverzekering geregeld. Uiteindelijk wordt vastgesteld dat er bij de werknemer sprake is van 20 procent blijvende invaliditeit en de werknemer ontvangt vanuit de collectieve ongevallenverzekering € 6.629. De rechter mag zich buigen over de vraag of dit in deze zaak een uitkering vanuit een behoorlijke verzekering is. De kantonrechter laat zich voor de beantwoording bijpraten door prof. mr. drs. Hendrikse, bijzonder hoogleraar handelsrecht en verzekeringsrecht.
Deskundige Hendrikse stelt dat een koeriersbedrijf, gelet op de rechtspraak van de Hoge Raad over de verplichting van de werkgever om zorg te dragen voor een behoorlijke verzekering van verkeersongevallen van werknemers, niet kan volstaan met alleen een of meerdere ongevallenverzekeringen. Deze verzekeringsvorm keert namelijk alleen een (klein) vast bedrag uit waardoor het risico bestaat dat slechts een klein deel van de daadwerkelijke schade door een verzekering wordt gedekt. Van belang is dat er dekking is voor de daadwerkelijke schade die de werknemer door het ongeval heeft geleden en niet alleen een vast (klein) bedrag bij blijvende invaliditeit als gevolg van het ongeval. Er zijn volgens de deskundige voldoende andere verzekeringsvormen die wel kwalificeren als behoorlijke verzekering, waarbij de dekking bestaat uit minimaal 1 miljoen euro.
De kantonrechter gaat mee in de redenatie van de deskundige. Daarbij speelt ook dat van een professioneel handelend werkgever - die ook nog eens actief is in het wegvervoer - verwacht mag worden dat de verplichting om zich behoorlijk te verzekeren voor verkeersongevallen van haar werknemers bekend is. De werkgever had zich daarom moeten oriënteren in de verzekeringswereld of zich hebben laten bijstaan door een adviseur. De werkgever had destijds een tweetal verzekeringen afgesloten, te weten een collectieve ongevallenverzekering bij Delta Lloyd en een inzittendenverzekering bij Turien. Dit impliceert dat de werkgever zich destijds, zelf of via een tussenpersoon, op de hoogte heeft laten stellen van de verzekeringsmogelijkheden voor de verschillende risico’s.
Het afsluiten van een ongevallenverzekering is vaak een verplichting vanuit een collectieve arbeidsovereenkomst. Een cao bepaalt meestal ook waaruit de dekking van die ongevallenverzekering moet voldoen. In Poliskraker zijn overzichten beschikbaar van de belangrijkste cao’s met de verplichtingen waaraan een werkgever op inkomensgebied moet voldoen. Uiteraard is de collectieve ongevallenverzekering daar ook onderdeel van. Meer informatie.