Begin deze maand is een interessante rechterlijke uitspraak gepubliceerd over het verrekenen van een AOV uitkering met een letselschade uitkering die verstrekt wordt vanuit een aansprakelijkheidsverzekering. In dit geval was een zelfstandig ondernemer aangereden en arbeidsongeschikt geraakt. De aansprakelijkheidsverzekering van de aansprakelijke derde wilde de uitkering

Begin deze maand is een interessante rechterlijke uitspraak gepubliceerd over het verrekenen van een AOV uitkering met een letselschade uitkering die verstrekt wordt vanuit een aansprakelijkheidsverzekering. In dit geval was een zelfstandig ondernemer aangereden en arbeidsongeschikt geraakt. De aansprakelijkheidsverzekering van de aansprakelijke derde wilde de uitkering die de zelfstandige vanuit zijn AOV ontvangt, verrekenen met de uitkering die zij moesten doen. De ondernemer is het hier niet mee eens en stapt naar de rechter.

In zijn uitspraak verwijst de rechter naar een arrest uit 2010 van de Hoge Raad. Daarin wordt duidelijk gemaakt wanneer verrekening redelijk is als er bij een letselschade financieel voordeel ontstaat dankzij een (dubbele) verzekeringsuitkering. Er kan alleen worden verrekend als de uitkeringen van beide verzekeringen dezelfde schade vergoeden. Als de AOV een schadeverzekering is, dan zal verrekening in beginsel op zijn plaats zijn. Is de uitkering daarentegen ontvangen uit een sommenverzekering die door de benadeelde zelf is gesloten en betaald, dan komt deze in beginsel niet voor verrekening in aanmerking. Voor verrekening bestaat in het algemeen eerder aanleiding indien sprake is van een risicoaansprakelijkheid dan wanneer de aansprakelijkheid is gebaseerd op schuld.

De vraag of het hier ging om dezelfde schade was makkelijk te beantwoorden. Of het ging om een sommen- of schadeverzekering was lastiger. De verzekerde vond dat hij een sommenverzekering had afgesloten. De rechter oordeelt dat de AOV voor wat betreft het recht op uitkering inderdaad het karakter heeft van een sommenverzekering. Uitgangspunt is namelijk dat de verzekerde recht heeft op een uitkering als is vastgesteld dat hij arbeidsongeschikt is, ongeacht of hij daardoor schade lijdt.

De verzekering heeft daarentegen ook kenmerken van een schadeverzekering. Er is een relatie tussen de omvang van de uitkering en het feitelijke inkomen van de verzekerde voor en na het intreden van zijn arbeidsongeschiktheid. Zo is de te verzekeren jaarrente gemaximeerd tot 80% van het jaarinkomen. Verder worden andere arbeidsongeschiktheidsuitkeringen en inkomsten uit arbeid geheel of gedeeltelijk in mindering worden gebracht op de uitkering. De rechter noemt de AOV daarom deels onmiskenbaar een schadeverzekering.

De verzekeraar van de aansprakelijkheidsverzekering mag de AOV uitkeringen in mindering brengen. De enige troost voor de arbeidsongeschikte zelfstandige is dat de verzekeraar alle premiebedragen die hij voor zijn AOV heeft betaald op het te verrekenen bedrag in mindering moet brengen.