Terug naar overzicht
19 februari 2024

Verplichte AOV toch met opt-outregeling

Eind vorige maand heeft minister Van Gennip gedebatteerd met de vaste commissie voor  Sociale Zaken & Werkgelegenheid over het Nederlandse arbeidsmarktbeleid. Ook de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ‘zzp’ers’ is uitgebreid aan de orde gekomen. De bijzonderheden aangaande de verplichte aov uit het bijna vijf uur durende debat delen we graag met u.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

De PVV en de SGP maken zich zorgen over de uitvoering van de verplichte aov. Het UWV heeft daarbij een grote rol toebedacht gekregen. Zoals bekend zijn er bij de uitvoeringsinstelling grote werkvoorraden en het is de vraag of ze de verplichte aov er dan nog even bij kunnen doen. PVV stelt dat er wel artsencapaciteit moet zijn als we zomaar een miljoen mensen toevoegen die misschien gecontroleerd en gekeurd moeten worden. De SGP denkt dat de private verzekeraars iets kunnen betekenen. Het UWV zoekt het nu vooral in taakdelegatie en oplossingen binnen de eigen muren. Maar hoe zinvol is het als een werknemer die al door verschillende bedrijfsartsen is gekeurd, in alle gevallen eindeloos te laten wachten op een volledige UWV-keuring? De SGP vraagt Van Gennip daarom om in gesprek te gaan met private verzekeraars en verschillende opties hiervoor uit te werken.

Van Gennip lijkt zich minder zorgen te maken. Zij stelt dat UWV al de nodige stappen heeft gezet met als resultaat dat de toename van achterstanden is afgezwakt. Daarnaast verwacht zij dat het komende advies van Octas voor een oplossing gaat zorgen. Tegen de tijd dat de aov moet worden uitgevoerd is het volgens Van Gennip 2028, zo niet 2029. Zij gaat er vanuit dat we in die vier jaar echt verder zijn met het UWV en de mismatch. We kunnen ons voorstellen dat de PVV en SGP niet direct gerustgesteld zijn.

Best verrassend is dat Van Gennip zeer optimistisch is over een mogelijke opt-out-mogelijkheid voor de verplichte aov. Die opt-out kent namelijk nogal wat haken en ogen. Vanzelfsprekend is zo’n regeling belastend voor de uitvoering. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat vooral de goede risico’s van de opt-outregeling gebruik maken en zich (goedkoper) privaat verzekeren. Hierdoor komt de betaalbaarheid van de verplichte aov onder druk te staan. Van Gennip verklapt dat de oplossing voor dat risico wordt gezocht in een solidariteitswaarborg. Met de private uitvoerders, UWV en de belastingdienst is Van Gennip druk in de weer om te komen tot praktische oplossingen en zij is optimistisch en blij verrast met het resultaat tot nu toe.

Het NSC ziet een probleem in de doelgroep van de verplichte aov. Om uitvoeringstechnische redenen is ervoor gekozen om alleen IB-ondernemers te verplichten zich te verzekeren.  Directeur grootaandeelhouders (dga) onttrekken zich daardoor aan het collectieve stelsel en het verschil tussen een ib-ondernemer en een dga wordt dan weer groter. Volgens NSC wordt het daardoor 8% (aov-premie) interessanter om als ib-ondernemer een bv te starten om zo op die manier dga te worden. Zo ontstaat mogelijk een nieuwe en ongewenste route voor een vorm van schijnzelfstandigheid. NSC pleit daarom voor een generieke regeling. Van Gennip stelt dat invoer van een regeling voor alle werkenden praktisch gezien tien, zo niet vijftien, jaar zal duren. Dat alleen al is voor haar reden om het niet te willen. Daarnaast stelt zij dat de verzekeringsbehoefte van werknemers anders is dan die van ondernemers.

Van Gennip wil de voortgang er dus inhouden, ook omdat er een bijdrage vanuit het Europese (corona)Steunfonds mede van afhangt. Er hangt overigens nog iets aan vast. De voorstellen die gedaan zijn voor de loondoorbetaling bij ziekte, zijn gekoppeld aan de verplichte aov om ervoor te zorgen dat de balans in het pakket behouden blijft. Als het voor zzp’ers moeilijker wordt, dan ook voor zelfstandigen met personeel.