Terug naar overzicht
05 mei 2014

VAR WUO gedeelde verantwoordelijkheid

De overheid pakt schijnzelfstandigheid aan. Dat vindt zij nodig om een fatsoenlijke en rechtvaardige arbeidsmarkt te realiseren. Bij schijnzelfstandigheid wordt er formeel als zelfstandige gewerkt, maar is er feitelijk sprake van werknemerschap. De (schijn)zelfstandige mist daarmee de bescherming die een normale werknemer wel heeft zoals loondoorbetaling bij ziekte en pensioenopbouw. Aan de andere kant betekent het dat er minder premies voor de werknemersverzekeringen worden afgedragen. Kortom, een probleem dat aangepakt moet worden.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

De overheid pakt schijnzelfstandigheid aan. Dat vindt zij nodig om een fatsoenlijke en rechtvaardige arbeidsmarkt te realiseren. Bij schijnzelfstandigheid wordt er formeel als zelfstandige gewerkt, maar is er feitelijk sprake van werknemerschap. De (schijn)zelfstandige mist daarmee de bescherming die een normale werknemer wel heeft zoals loondoorbetaling bij ziekte en pensioenopbouw. Aan de andere kant betekent het dat er minder premies voor de werknemersverzekeringen worden afgedragen. Kortom, een probleem dat aangepakt moet worden.

De aanpak van de overheid zorgt er voor dat de werkwijze van de verklaring arbeidsrelatie (VAR) wijzigt. De Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) is in 2001 in de belastingwetgeving opgenomen. De VAR is een oordeel vooraf van de Belastingdienst over de fiscale status van de voordelen uit een arbeidsrelatie of soortgelijke arbeidsrelaties die onder overeenkomstige condities worden aangegaan. De VAR heeft betrekking op de in de aanvraag gespecificeerde werkzaamheden. De VAR heeft vier verschijningsvormen. Het inkomen dat de opdrachtnemer ontvangt uit deze werkzaamheden wordt beoordeeld als:

  1. winst uit onderneming (VAR-WUO);
  2. inkomen van een vennootschap waarvan de persoon directeur-grootaandeelhouder is (VAR-DGA);
  3. loon uit een dienstbetrekking (VAR-Loon); of
  4. resultaat uit overige werkzaamheden (VAR-ROW).

De VAR-WUO en VAR-DGA worden ook wel zelfstandigheidsverklaringen genoemd. In het huidige systeem vraagt een zelfstandige zijn VAR aan bij de Belastingdienst.  Als de zelfstandige de juiste gegevens heeft verstrekt dan wordt de juiste VAR afgegeven Op 1 januari 2005 is de Wet uitbreiding rechtsgevolgen Verklaring Arbeidsrelatie ingegaan. Sindsdien geldt dat de opdrachtgever die diensten inhuurt van een opdrachtnemer die beschikt over een VAR waarin staat dat hij 'winst uit onderneming' heeft, of dat zijn 'inkomsten voor rekening en risico van de vennootschap' zijn, geen loonheffingen hoeft in te houden en af te dragen. De opdrachtnemer is dan niet verzekerd voor de werknemersverzekeringen.

Door de vrijwaring die verbonden is aan de VAR-Wuo is voor opdrachtgevers geen enkel risico verbonden aan het werken met zzp’ers die in het bezit zijn van een onjuiste VAR. Volgens het kabinet  werkt dat misbruik in de hand en zij gaat daar dan ook verandering in brengen. Een opdrachtgever wordt per 1 januari 2015 medeverantwoordelijk voor de juistheid van de VAR-aanvraag en kan hier bij gebleken onjuistheid door de Belastingdienst op worden aangesproken via naheffingen loonbelasting en premies werknemersverzekeringen, al dan niet in combinatie met een boete. We kunnen binnenkort in het wetsvoorstel Fiscale Verzamelwet 2014 lezen hoe de gewijzigde regelgeving er exact uit gaat zien.