Terug naar overzicht
27 juni 2022

UWV-oplossing: WIA moet op de schop

Het UWV wil mensen ondersteunen om werk te behouden of te krijgen en mensen van inkomen voorzien als werk uitblijft of (even) niet mogelijk is. Daarbij wil UWV waar nodig maatwerk toepassen. Ook wil UWV werkgevers ondersteunen op het gebeid van werk en inkomen, met aandacht voor inclusiviteit. Bij het vormgeven van haar dienstverlening ervaart UWV diverse knelpunten. Eén van de grote knelpunten is de vormgeving van de WIA zelf.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Allereerst baart de oplopende wachttijd voor sociaal medisch beoordelen het UWV uiteraard grote zorgen. Er worden zoveel mogelijk nieuwe artsen geworven en nieuwe werkwijze ontwikkeld om de achterstanden terug te dringen, maar het is niet genoeg. Het UWV wijst daarop naar aanpassen van wet- en regelgeving. Een tweede knelpunt is de complexiteit door samenloop van verschillende werknemersregelingen. Het volledig los van elkaar bezien van de werkloosheids-, ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregelingen is in de huidige arbeidsmarkt eigenlijk niet (meer) mogelijk volgens UWV. Het leidt tot complexe samenloopsituaties met verschillende daglonen en verrekeningen tussen verschillende wetten. Naast de foutgevoeligheid bij de uitvoering, leidt dit tot onzekerheid over de hoogte van het maandelijkse inkomen.

Een aantal vraagstukken gaat verder dan knelpunten binnen het huidige stelsel en vraagt volgens UWV om een fundamentele analyse en aanpak. De WIA verzekert alle werknemers tegen inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid, maar de WIA-systematiek zorgt ervoor dat werknemers met een hoog inkomen eerder volledig arbeidsongeschikt worden bevonden dan werknemers die een relatief laag inkomen hebben, ook met exact dezelfde beperking/problematiek. Hierin schuilt een groot financieel risico voor de minder verdienende werknemer; er is sprake van een beperking, maar vanwege het kleinere verschil tussen het voormalige inkomen en de ‘resterende verdiencapaciteit’ is minder vaak sprake van een WIA-toekenning dan bij ‘meerverdieners’. De groep met een laag inkomen moet daardoor vaker een beroep doen op WW of bijstand met alle bijkomende beperkingen en verplichtingen. Daarnaast zorgt de WGA-systematiek voor een mogelijk flinke financiële achteruitgang als een uitkeringsgerechtigde om wat voor reden dan ook niet zijn restverdiencapaciteit voldoende weet te benutten. Een oplossing voor deze vraagstukken zal volgens UWV fundamenteel moeten zijn, omdat ‘eenvoudigere’ oplossingen (zoals een lager percentage voor toegang tot de WIA) tot vergelijkbare hardheden zullen leiden en niet realistisch zijn zonder dat er eerst zicht is op het verminderen van de achterstanden bij de sociaal-medische beoordelingen.

Wat vindt Sociale Zaken & Werkgelegenheid van deze vaststelling van UWV? Welnu, het ministerie stelt dat een onderzoek naar fundamentele hervormingen onderdeel is van het proces om hardheden uit de WIA te verminderen. De knelpunten die UWV op dit terrein ervaart, neemt het ministerie mee in dit traject. Voor wat betreft de problemen door achterstanden in sociaal-medische beoordelingen bezien UWV en SZW samen met sociale partners en NVVG niet alleen aanvullende maatregelen in de uitvoering maar ook wijzigingen in de wettelijke kaders. UWV wijst daarbij concreet op het laten vervallen van het duurzaamheidscriterium binnen de WIA. Deze optie wordt momenteel in kaart gebracht ter verdere politieke weging.

Kortom, we kunnen op korte termijn ingrepen verwachten in de WIA, zoals het laten vervallen van het duurzaamheidscriterium en daarmee mogelijk het vervallen van IVA of WGA 80-100. Op langere termijn wil UWV echter een fundamentele wijziging van de wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsongeschiktheid. Wat de minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid wil, lezen we hopelijk in de hoofdlijnenbrief die op zeer korte termijn zal verschijnen.