Vorige week besprak minister Van Gennip van Sociale Zaken & Werkgelegenheid met de Tweede Kamer haar plannen voor de toekomst van onze arbeidsmarkt. Althans, een klein deel van de plannen want de vergadering was wat te kort gepland. Gelukkig konden we over de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering al wel wat interessants vernemen.

De minister geeft aan druk bezig te zijn met de voorbereiding van de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering. De planning is dat er eind dit jaar overeenstemming moet zijn met de sociale partners, UWV en Belastingdienst. Vervolgens moet dan begin volgend jaar eerst in de Ministerraad en vervolgens met de Tweede Kamer de plannen worden doorgesproken. Internetconsultatie van het wetsvoorstel moet dan volgend jaar rond de zomer plaatsvinden. De wet zelf zal dan in het eerste kwartaal van 2025 in het Staatsblad worden gepresenteerd, maar de meest eenvoudige AOV zal pas eerst per 2027 kunnen worden uitgevoerd. Wordt het een ingewikkelder AOV, dan zal de uitvoering tot 2029 moeten wachten.

De AOV die de minister voor ogen staat geldt voor alle zelfstandig ondernemers, dus ook degenen met personeel. Er zal sprake zijn van één wachttijd, hoe lang deze wordt moet nog met de sociale partners worden overeengekomen. Momenteel werkt de minister twee AOV-varianten uit; een variant met opt-out-regeling en een zonder. De opt-out-regeling geldt voor de ondernemers die een eigen, minimaal gelijkwaardige verzekering hebben en voor de landbouw(vervangings-)regeling. De ‘voors- en tegens’ worden gepresenteerd en dan kan met de Tweede Kamer gefundeerd een keuze worden gemaakt. Van Gennip geeft al aan dat de verplichte AOV met opt-outregeling zeer complex is…

GroenLinks is verbolgen over het tijdspad. De verplichte AOV is in 2019 al aangekondigd en nog zijn er geen scenario’s uitgewerkt. Mogelijk wordt de daadwerkelijke introductie pas tien jaar later. Van Gennip laat doorschemeren ook enigszins verrast te zijn wat er al gedaan -en vooral niet gedaan- was in dit dossier, toen zij er een maand of acht geleden mee aan de slag ging. Kortom; het is niet anders.

Naast de AOV speelt er nog de problematiek van schijnzelfstandigheid. Van Gennip geeft aan dat per 2025 het handhavingsmoratorium zal vervallen. Daar moet stapsgewijs naar worden toegewerkt. De komende jaren zal bij constatering van schijnzelfstandigheid een aanwijzing worden gegeven, zonnodig gevolgd door een boete. Er zal een minimumtarief per uur worden geïntroduceerd. Beloning onder dit tarief zal een rechtsvermoeden van het bestaan van een arbeidsovereenkomst geven.