Terug naar overzicht
10 oktober 2022

Uitzend-cao in strijd met Wet

Als een uitzendkracht gaat werken ontstaat een arbeidsovereenkomst. Bijzonder aan een dergelijke overeenkomst is dat een uitzendbeding kan zijn opgenomen. Het uitzendbeding houdt in dat de arbeidsovereenkomst eindigt als de opdrachtgever de terbeschikkingstelling beëindigt. Hiervan wordt regelmatig gebruik gemaakt als de uitzendkracht ziek is. Dat is handig want dan heeft de uitzendkracht recht op een Ziektewetuitkering. Het is de vraag of deze praktijk nog houdbaar is.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Ruim twee jaar geleden werd een kantonrechter gevraagd of de cao-bepaling voor uitzendkrachten dat een arbeidsovereenkomst eindigt bij ziekte wettelijk toegestaan is. Volgens de rechter is de cao niet in overeenstemming met het Burgerlijk Wetboek. Hierin staat dat een arbeidsovereenkomst niet kan worden opgezegd tijdens ziekte (opzegverbod art. 7:670 BW). Totdat de Wet Werk en zekerheid het per 1 juli 2015 verbood kon hier per cao van worden afgeweken. In de uitzend-cao is dat afwijken uitdrukkelijk gedaan.

Een uitzendovereenkomst is een bijzondere arbeidsovereenkomst. De werknemer wordt door zijn werkgever ter beschikking gesteld aan een derde en gaat onder leiding van die derde partij (de inlener) een opdracht uitvoeren. In de eerste fase van de arbeidsovereenkomst is er een uitzendbeding van kracht. Dit beding regelt dat de arbeidsovereenkomst eindigt als de inlener geen gebruik meer maakt van de werknemer. Het beding bepaalt ook dat als de werknemer door ziekte zijn werk niet kan verrichten, de arbeidsovereenkomst eindigt. De werknemer heeft dan na twee wachtdagen recht op een Ziektewetuitkering.

Inmiddels zijn er over dit beding meerdere rechtszaken geweest en meermaals oordeelde een rechter dus dat een dergelijke cao-bepaling wettelijk gezien niet mogelijk is. Tegen een van deze uitspraken is uiteindelijk beroep in cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Die Hoge Raad gaat begin volgend jaar daar zijn zegje over doen, maar laat zich daarvoor eerst adviseren door de Advocaat Generaal. Dat advies is eind vorige maand uitgebracht en is glashelder.

Als het cao-uitzendbeding in een uitzendovereenkomst is opgenomen, is sprake van een arbeidsovereenkomst onder ontbindende voorwaarde. Voor zover het gaat om een onmiddellijke beëindiging van de uitzendovereenkomst bij ziekte van de uitzendkracht, is de voorwaarde niet te verenigen met het ontslagverbod tijdens ziekte. Het cao-uitzendbeding is ook in strijd met de wet waar het gaat om vereisten aan de beëindiging. Het uitzendbeding gaat ervan uit dat een ziekmelding van de uitzendkracht betekent dat de opdrachtgever een verzoek tot beëindiging van de terbeschikkingstelling van de uitzendkracht heeft gedaan. Zowel uit de wet als uit de wettekst blijkt echter dat sprake moet zijn van een daadwerkelijk verzoek tot beëindiging door de inlener. Als de ziekte van de uitzendkracht gelegen is in zwangerschapsgerelateerde klachten, dan is het beding ook nog eens in strijd met het discriminatieverbod bij zwangerschap, bevalling en moederschap.

Het lijkt duidelijk dat de uitspraak van de Hoge Raad volgend jaar zal zorgen voor aanpassing van de uitzend-cao. Dan nog is het natuurlijk mogelijk dat een inlener geen gebruik meer wenst te maken van een uitzendkracht op het moment dat deze uitzendkracht ziek is. Dan zal de inlener er echter eerst over na moeten denken en dat alleen al kan natuurlijk nooit verkeerd zijn. De uitspraak van de Hoge Raad staat gepland op 17 maart 2023.

Benieuwd wat er in de uitzend-cao geregeld wordt voor zieke werknemers en wat de andere belangrijkste cao’s daarover bepalen? U leest het eenvoudig met Poliskraker. Meer informatie