Terug naar overzicht
18 januari 2016

Transitievergoeding of niet?

In ‘de vakpers’ hebben we de afgelopen tijd een aantal maal gelezen dat een werkgever geen transitievergoeding hoeft te betalen als hij een dienstverband met een werknemer slapend voortzet. Op z’n zachtst uitgedrukt is dat nogal kort door de bocht gesteld.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

In ‘de vakpers’ hebben we de afgelopen tijd een aantal maal gelezen dat een werkgever geen transitievergoeding hoeft te betalen als hij een dienstverband met een werknemer slapend voortzet. Op z’n zachtst uitgedrukt is dat nogal kort door de bocht gesteld.

De berichten over het niet verschuldigd zijn van de transitievergoeding zijn ontstaan door een uitspraak van de kantonrechter in Almere van afgelopen december. In deze zaak is een werknemer twee jaar lang ziek en vervolgens wordt er een loonsanctie opgelegd vanwege te weinig re-integratie-inspanningen. Na afloop van de volledige sanctieperiode van 52 weken stroomt de werknemer de WGA in. Het dienstverband bestaat dan nog steeds, ondanks dat de werknemer verzocht heeft het contract te beëindigen. De werkgever die eigenrisicodrager is wil het dienstverband niet beëindigen omdat het dan veel moeilijker wordt om grip te krijgen/houden op de re-integratie. De werknemer stapt naar de rechter die vervolgens het dienstverband ontbindt in verband met verstoorde arbeidsverhoudingen. Er wordt echter geen transitievergoeding of andere vergoeding toegekend. De rechter vindt dat de werkgever niet verplicht was om een dienstverband te beëindigen, vooral niet omdat de werkgever het contract in verband met re-integratiemogelijkheden in stand wilde houden.

Er is hier sprake van een uitzonderlijke situatie. Een dienstverband wordt niet beëindigd omdat de werkgever zijn re-integratietaak wil vervullen. Minister Asscher heeft eind vorig jaar aangegeven dat een dienstverband slapend houden met de bedoeling het betalen van een vergoeding te voorkomen getuigt van onfatsoenlijk werkgeverschap. Als een werkgever die bedoeling niet heeft, maar zich wil inzetten voor re-integratie en daar ook mogelijkheden voor ziet, dan is het zelfs in het belang van de werknemer om de arbeidsverhouding in stand te houden.

Of dat in deze zaak het geval is, kunnen wij niet met zekerheid zeggen. De rechter denkt dus van wel, maar je kan je afvragen waarom een werkgever met zo veel nobele bedoelingen het voor elkaar krijgt om een loonsanctie voor de broek te krijgen. Kortom, een werkgever kan een dienstverband na twee (of drie) jaar ziekte in stand houden, maar zal dan wel aan verplichtingen moeten voldoen die bij de arbeidsverhouding horen. Bij een zieke werknemer betekent dat het creëren en aanbieden van passende arbeid. Doet de werkgever dit niet dan kan de rechter de arbeidsovereenkomst ontbinden. Als de rechter oordeelt dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever, dan kan hij aan de werknemer een billijke vergoeding toekennen en heeft de werknemer, op grond van artikel 7:673 lid 1, onder b, van het Burgerlijk Wetboek, recht op een transitievergoeding.

Er is overigens wel een mogelijkheid om onder de transitievergoeding uit te komen. Dat is de situatie waarin de werkgever failliet gaat of surseance van betaling aanvraagt.  Eigenlijk het moment bij uitstek wanneer werknemers behoefte hebben aan een van werk naar werk budget. De overheid heeft met de Wet Werk en zekerheid echter anders besloten. Misschien ook eens tijd dat rechters zich daarover gaan uitspreken.

Lees hier de blog van Janthony over het ontwijken van de transitievergoeding.