Terug naar overzicht
01 februari 2016

Schadelastbeheersing WGA-ERD

Een werkgever die WGA eigenrisicodrager wordt, sluit bijna altijd een WGA eigenrisicodragersverzekering af. Deze verzekering heeft als doel een vergoeding te bieden voor de WGA-uitkering die wordt toegerekend aan de eigenrisicodrager. Een werkgever kiest met eigenrisicodragerschap alleen voor een andere wijze van verzekeren en begeleiden van zijn WGA schade. De schade voor een WGA eigenrisicodragersverzekering is dezelfde als de WGA schade die op een werkgever wordt verhaald die geen eigenrisicodrager is.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Een werkgever die WGA eigenrisicodrager wordt, sluit bijna altijd een WGA eigenrisicodragersverzekering af. Deze verzekering heeft als doel een vergoeding te bieden voor de WGA-uitkering die wordt toegerekend aan de eigenrisicodrager. Een werkgever kiest met eigenrisicodragerschap alleen voor een andere wijze van verzekeren en begeleiden van zijn WGA schade. De schade voor een WGA eigenrisicodragersverzekering is dezelfde als de WGA schade die op een werkgever wordt verhaald die geen eigenrisicodrager is.

De toe te rekenen WGA-lasten bestaan uit de loongerelateerde uitkeringen en de vervolguitkeringen. Loonaanvullingen worden voor maximaal een bedrag ter hoogte van de vervolguitkering bij de werkgever in rekening gebracht. Het deel van de loonaanvulling dat hoger is dan de vervolguitkering wordt betaald uit het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Op deze wijze wordt een werkgever niet geconfronteerd met hogere WGA lasten als zijn werknemer voldoende re-integreert. Een uitkering wordt gedurende de eerste 10 jaar verhaald op de werkgever. Deze periode kan korter zijn als de WGA–uitkering eindigt, bijvoorbeeld door herstel, re-integratie of het bereiken van de AOW-leeftijd.

In de polisvoorwaarden van veel verzekeraars staat, dat de op de werkgever verhaalde WGA-schade in aanmerking komt voor vergoeding. Enkele verzekeraars hebben daar een restrictie bij opgenomen voor wat betreft de duur van de vergoeding. Deze beperking bestaat eruit dat de WGA-uitkering wordt vergoed tot het moment dat de werknemer de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Een onnodige toevoeging, aangezien de WGA-uitkering dan sowieso eindigt.

Een andere manier om de AOW-gerechtigde leeftijd in de polisvoorwaarden te omschrijven was tot voor kort: ‘de 65-jarige leeftijd’. Werkgevers die in het verleden een eigenrisicodragersverzekering met dergelijke polisvoorwaarden hebben afgesloten, kunnen nu wel eens pech hebben. Als een werknemer ziek is geworden dan wordt de WGA last voor maximaal 10 jaren vergoed, maar uiterlijk  tot het moment dat de werknemer de 65-jarige leeftijd bereikt. Met de steeds hoger wordende AOW-leeftijd kan zo vanzelf een onbedoeld niet verzekerde schade voor de werkgever ontstaan.

Onlangs zijn we benaderd door een tussenpersoon die in het verleden voor een van zijn relaties een WGA-eigenrisicodragersverzekering heeft afgesloten bij De Goudse Verzekeringen. Deze verzekeraar hanteerde vroeger de eindleeftijd 65 jaar voor haar WGA-eigenrisicodragersverzekering. Dat was destijds misschien logisch, maar zoals eerder aangegeven ook overbodig. Bij de relatie van de tussenpersoon is in het verleden WGA-schade ontstaan. De arbeidsongeschikte werknemer zal pas driekwart jaar na zijn 65e verjaardag de AOW-leeftijd bereiken. De verzekeraar houdt helaas al op met uitkeren als de oude AOW-leeftijd van 65 jaar is bereikt. De restschade zal vanuit de portemonnee van de werkgever gefinancierd moeten worden. Een wat wrange manier van schadelastbeheersing.

De andere kant van het verhaal is dat de Goudse door een wetswijziging met een risico geconfronteerd wordt, waar ze ineens (zonder premie) een oplossing voor hebben moeten verzinnen. Een oplossing voor werkgevers die in veel gevallen geen klant meer zijn/de polis inmiddels opgezegd hebben.  De Goudse heeft hier lang over nagedacht en alle opties uitvoerig bekeken. Maar heeft het niet reëel geacht om het gat dat de overheid heeft laten ontstaan te moeten oplossen voor de betreffende klanten. Deze problematiek moet volgens de verzekeraar op een hoger niveau worden aangepakt; de keuzes van de overheid kunnen niet zomaar worden afgewenteld op verzekeraars of werkgevers.

Polisvoorwaarden en eindleeftijd

Het bovenstaande geval maakt duidelijk dat het goed kennen van polisvoorwaarden van groot belang is. Dat is met een alsmaar stijgende AOW-leeftijd overduidelijk het geval waar het gaat om eindleeftijden van inkomensverzekeringen. Enkwest vergelijkt regelmatig polisvoorwaarden en constateert dat er veel verschil is in eindleeftijden. Zo zijn er verzekeraars die standaard de AOW-leeftijd hanteren, wat betekent dat werkgevers op dat punt geen risico lopen. Andere verzekeraars hanteren weliswaar de AOW-leeftijd, maar maximeren deze op 67 jaar. Dat voldoet de komende vijf jaar, maar zal daarna niet meer toereikend zijn. Mocht er tegen die tijd schade zijn, dan weten we inmiddels hoe dat af kan lopen. Een voor inkomensadviseurs belangrijk onderwerp van gesprek richting werkgevers dus.