Zo ongeveer in iedere Digi-kwest verschijnt wel een bericht over de achterstanden in sociaal-medische beoordelingen bij het UWV. Deze nieuwsbrief vormt daarop geen uitzondering. Ditmaal hebben we echter ‘positief’ nieuws. Minister Van Gennip gaat namelijk proberen de kosten van de wachttijden in te perken.
Oplossing voor kosten UWV-achterstanden
Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Begin deze maand sprak minister Van Gennip met de Tweede Kamer over de uitvoeringsperikelen in de sociale zekerheid. Vanzelfsprekend kwam ook uitvoerder UWV aan bod. De minister is blij dat het beter gaat met de achterstanden in de beoordelingen bij de uitvoeringsinstelling. Voor het eerst in lange tijd neemt de achterstand in beoordelingen af. Dat betekent niet dat er heel veel beoordelingen te laat worden uitgevoerd. Werknemers en werkgevers die te lang moeten wachten op een beoordeling hebben een pressiemiddel richting UWV in de vorm van een dwangsom.
Bij een te late beoordeling kan het UWV in gebreke worden gesteld. Als er vervolgens niet binnen twee weken wordt gereageerd is er een vergoeding verschuldigd oplopend van 14 euro tot 45 euro per dag en in totaal maximaal 1.442 euro. Daarnaast kan de rechter worden ingeschakeld. Bij te late reactie kan deze een dwangsom opleggen die doorgaans 100 euro per dag bedraagt en kan oplopen tot 15.000 euro. Vorig jaar is er 12 miljoen euro uitgekeerd aan dwangsommen, waar dat in 2020 nog ‘slechts’ 3,3 miljoen euro was. Momenteel staat de teller in 2024 al op bijna 2 miljoen euro aan uitgekeerde dwangsommen. Rond de 60 procent van die dwangsommen heeft betrekking op de WIA-herbeoordelingen, meestal aangevraagd door werkgevers, en 37 procent op de WIA-claimbeoordelingen, aangevraagd door werknemers. Dwangsommen worden ook regelmatig aangevraagd door gemachtigden van werkgevers of werknemers.
Van Gennip wil vanzelfsprekend de oorzaken van de dwangsommen, de achterstanden, zo snel mogelijk wegnemen. Dit gaat de komende jaren waarschijnlijk niet lukken. Daarom is zij ook voornemens om de dwangsom als verdienmodel af te schaffen. Aanvragers die het louter en alleen om het geld van de dwangsom te doen is moeten worden geweerd. Van Gennip wil daarvoor in overleg treden met haar collega op het departement van Financiën. Deze heeft met dwangsommenproblematiek te maken in verband met te late reacties op Wob-verzoeken. De minister van Financiën heeft daarom een wetswijziging doorgevoerd. Deze wijziging regelt een verlaging van de kostenvergoedingen voor rechtsbijstand, een verlaging van de hoogte van de vergoeding van immateriële schade en dat uitbetalingen die voortvloeien uit een beslissing op bezwaar of een uitspraak in een beroepsprocedure uitsluitend plaatsvinden op een bankrekening die op naam staat van de belanghebbende.
Ergens is het wel begrijpelijk dat Van Gennip iets aan de dwangsommen wil doen. Het lost immers niks op; het UWV gaat er niet harder van lopen want is daar niet toe in staat. Anderzijds voelt het toch een beetje als het paard achter de wagen spannen en het is zonde dat hier de broodnodige tijd en energie naar toe moet. Voor de zomer wil Van Gennip laten weten hoe ze met de dwangsommenmaterie om wil gaan.