Terug naar overzicht
21 november 2022

Opletten bij aanpassing werkzaamheden

De arbeid die een werknemer verricht kan gedurende zijn dienstverband wijzigen. Een reden daarvoor kan bijvoorbeeld zijn dat bepaalde werkzaamheden te zwaar worden. Door het werk te wijzigen wordt dan voorkomen dat de werknemer arbeidsongeschikt raakt door ziekte. Dat een werkgever daarbij wel goed moet opletten bleek uit een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Een werkneemster is in dienst bij een werkgever die eigenrisicodrager is voor zowel de Ziektewet als de WGA. Medio 2016 krijgt de werkneemster medische klachten en kan als gevolg daarvan volgens haar behandelaar niet meer meedraaien in de nachtdiensten. De werkneemster bezoekt vervolgens het arbeidsomstandighedenspreekuur van de bedrijfsarts van de werkgever. De werkneemster wordt voorlopig niet meer ingezet voor nachtdiensten, maar voorlopig wordt definitief aangezien de werkneemster in januari 2017 uit dienst treedt.

De verrassing bij de werkgever is groot als hij eind juli 2018 van het UWV te horen krijgt dat de werkneemster recht heeft op een Ziektewetuitkering en dat deze samen met de uitvoeringskosten op de werkgever worden verhaald. Het blijkt dat de werkneemster zich medio 2017 met terugwerkende kracht per september 2016 ziek heeft gemeld. De werkgever gaat in bezwaar en stelt dat de werknemer gezond en arbeidsgeschikt uit dienst is getreden. Het komt uiteindelijk tot een rechtszaak en de rechter vindt dat de werkgever ongelijk heeft. Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van geschiktheid voor het eigen werk, moet worden uitgegaan van de functie zoals die voor het intreden van arbeidsongeschiktheid werd uitgevoerd. In dit geval is dat volgens de rechter de functie inclusief nachtdiensten. De werkneemster kon door haar lichamelijke conditie die nachtdiensten niet vervullen en dus was er per medio 2016 arbeidsongeschikt.

Aanpassing van de werkzaamheden kan dus betekenen dat er sprake is van arbeidsongeschiktheid. Dat het beter is om dat direct met behulp van een bedrijfsarts en arbeidsdeskundige vast te stellen, dan er jaren na uitdiensttreding mee geconfronteerd te worden behoeft geen betoog.