Terug naar overzicht
02 februari 2015

Opfrissertje Arbo

In september 2014 bracht de SER een advies uit over de toekomst van arbeidsgerelateerde zorg. Eigenlijk waren het meerdere adviezen want binnen de SER kon men het niet eens worden over welke richting het op zou moeten met de arbeidsgerelateerde zorg. Het ministerie van Sociale Zaken heeft hierdoor geconstateerd dat er geen draagvlak is voor ingrijpende wijzigingen op Arbo-gebied. Wel vindt SZ&W dat Arbo aan een opfrissertje toe is.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

In september 2014 bracht de SER een advies uit over de toekomst van arbeidsgerelateerde zorg. Eigenlijk waren het meerdere adviezen want binnen de SER kon men het niet eens worden over welke richting het op zou moeten met de arbeidsgerelateerde zorg. Het ministerie van Sociale Zaken heeft hierdoor geconstateerd dat er geen draagvlak is voor ingrijpende wijzigingen op Arbo-gebied. Wel vindt SZ&W dat Arbo aan een opfrissertje toe is.

Concrete wijzigingen

In een brief naar de Tweede Kamer heeft minister Asscher het over een aantal vervolgonderzoeken over onder andere preventie, financiering van bedrijfsartsen en samenwerking tussen reguliere zorgverleners en arbozorgverleners. Op die onderwerpen komt hij later dit jaar terug. Er worden ook een aantal concrete zaken benoemd die Asscher gaat wijzigen:

Werkgevers en medezeggenschapsorganen moeten overeenstemming hebben over de keuze van een preventiemedewerker en de positionering van de preventiemedewerker in de organisatie. De vrije toegang van werknemers tot de bedrijfsarts/arbodienstverlener wordt wettelijk geregeld. In de wet wordt vastgelegd wat de grondslag van het basiscontract is en de elementen die daar deel vanuit maken. In het basiscontract tussen werkgever en arbodienst of bedrijfsarts wordt aangegeven welke wettelijk verplichte diensten tenminste worden afgenomen of dat deze diensten op afroep beschikbaar zijn. Het betreft de bestaande wettelijke taken over de deskundige begeleiding bij ziekte, het toetsen van de risico-inventarisatie en evaluatie, het verrichten van (wettelijk verplichte) aanstellingskeuringen, en het aanbieden van periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek. Daaraan wordt door het kabinet toegevoegd ‘de vrije toegang van de werknemer tot de bedrijfsarts of arbodienst’. Asscher geeft verder aan dat bij arbodienstverlening voldoende tijd moet zijn voor het verrichten van handelingen zoals het bezoeken van de werkplek, overleg met de werknemersvertegenwoordiging, de mogelijkheid van second opinion, de mogelijkheid van een andere bedrijfsarts bij ontbreken van een vertrouwensband en het melden of doorverwijzen in geval van beroepsziekten.

Geen grote stelselwijziging dus, maar wel aanpassingen die er voor gaan zorgen dat de arbeidsgerelateerde zorg zich maximaal richt op preventie en duurzame inzetbaarheid.