De 60+maatregel bij de WIA-claimbehandeling is eigenlijk voor alle betrokkenen gunstig. Het UWV is veel minder tijd kwijt, de werknemer krijgt zonder ingrijpende beoordeling een uitkering op basis van volledige arbeidsongeschiktheid en de werkgever ziet de lasten niet terugkomen in zijn WGA-premie. Niet verwonderlijk dat de maatregel door de meeste betrokkenen als positief wordt ervaren. Er is een beetje twijfel ontstaan of het positivisme bij werkgevers ook op de langere termijn gerechtvaardigd blijft.
Onzekere financiering 60-plus-regeling WGA?
Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Als een 60-plusser een WIA-aanvraag doet dan wordt na een positieve toets van het re-integratieverslag de 60+ maatregel uitgelegd. Dit moet zorgvuldig gebeuren aangezien UWV met het ministerie heeft afgesproken dat UWV toestemming vraagt aan cliënten en werkgevers om de maatregel toe te passen. Voor de werknemer houdt het in dat er geen exact arbeidsongeschiktheidspercentage wordt vastgesteld. Uitzondering daarop is als de arbeidsdeskundige een praktische schatting kan uitvoeren met als resultaat minder dan 35% arbeidsongeschikt. In dat geval wordt de WIA-aanvraag afgewezen. Voor de 60-plusser die wel minstens 35% arbeidsongeschikt is geldt een WGA-uitkering op basis van 80-100% arbeidsongeschiktheid, waarmee inkomsten uit arbeid worden verrekend.
Een positief punt voor de werknemer en het UWV is dat er onder de maatregel geen sprake is van een inkomenseis en er volgen geen professionele herbeoordelingen. Wel kan een beoordeling worden aangevraagd, maar het is de vraag wie daar -buiten een eventuele aanvullingsverzekeraar- baat bij heeft.
Een positief voor werkgevers is de financiering van de maatregel. Een eigenrisicodrager hoeft de WIA-uitkering niet te betalen en voor andere werkgevers blijft de WGA-uitkering buiten beschouwing bij het vaststellen van de te betalen gedifferentieerde premie. Dit geldt voor alle werknemers die 60 jaar of ouder zijn en binnen de looptijd van de maatregel het einde van de WIA-wachttijd bereiken. Dit is onafhankelijk van het toepassen van de maatregel. Het bijzondere echter is dat publiek verzekerde werkgevers, WGA-eigenrisicodragers en hun garantsteller wel als belanghebbenden worden beschouwd bij de WGA-toekenning. De toelichting daarop vanuit UWV is niet geheel geruststellend:
We behandelen werkgevers en (onder omstandigheden) garantstellers als belanghebbenden, ook al komen WIA-uitkeringen van 60-plussers niet voor rekening van werkgevers (ERD’s dan wel publiek verzekerde werkgevers). Deze uitkeringen worden zo lang als de maatregel duurt (buitenwettelijk) uit het AOF gefinancierd. We behandelen werkgevers en garantstellers toch als belanghebbenden, omdat zo lang de financiering uit het AOF niet is geregeld in de WIA (voor ERD’s) en in het Besluit premiedifferentiatie (voor publiek verzekerde werkgevers), het onvoldoende zeker is voor de werkgever dat de uitkering niet op een later moment (tijdens de tien jaar durende risicoperiode) toch weer voor rekening van de werkgever of garantsteller wordt gebracht.
Het is dus tijd dat de 60+ regeling ook in de officiële wet- en regelgeving een juiste plek toebedeeld krijgt.