Terug naar overzicht
26 mei 2015

Onderscheid risque professionel en risque social blijft

Vorige week heeft minister Asscher gesproken met de vaste commissie voor sociale zaken & werkgelegenheid over loondoorbetaling bij ziekte. Aanleiding voor het overleg zijn de signalen die Den Haag bereiken over werkgevers die geen personeel meer durven aannemen. Werkgevers vinden namelijk de financiële verplichtingen bij ziekte een te hoog risico.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Vorige week heeft minister Asscher gesproken met de vaste commissie voor sociale zaken & werkgelegenheid over loondoorbetaling bij ziekte. Aanleiding voor het overleg zijn de signalen die Den Haag bereiken over werkgevers die geen personeel meer durven aannemen. Werkgevers vinden namelijk de financiële verplichtingen bij ziekte een te hoog risico. Vooropgesteld dat er tijdens de bijeenkomst met Asscher geen knopen zijn doorgehakt, kunnen we wel de ideeën schetsen die de politieke partijen hebben over de loondoorbetaling. Als deze ideeën in wetgeving worden omgezet dan verandert niet alleen de loondoorbetalingsverplichting, maar natuurlijk  ook het verzekeringsadvies.

Wat willen de politieke partijen

Over één aspect zijn alle partijen het eens; er moet meer aandacht komen voor re-integratie. D66 vindt dat de no-riskpolis beschikbaar moet komen bij re-integratie tweede spoor en bij werknemers die kanker hebben (gehad).  Het CDA ziet een rol weggelegd voor het UWV die werkgevers moet informeren over hun mogelijkheden bij re-integratie. De VVD oppert dat de termijnen van Poortwachter gehalveerd kunnen worden. Dat is niet het meest verstrekkende plan van de liberalen. Zij willen dat de periode van loondoorbetaling wordt verkort en dat er een onderscheid komt tussen risque professionel en risique social. Werknemers moeten zichzelf verplicht verzekeren bij een private maatschappij voor het ziekterisico in het privéleven. Dit plan oogst geen waardering bij de overige partijen. De overige commissieleden geven aan dat er problemen gaan ontstaan bij het vaststellen of arbeidsongeschiktheid nou aan het werk te wijten is of bijvoorbeeld aan sporten. Verder wordt de vrees uitgesproken dat werknemers met een kleine portemonnee kiezen voor een verzekering met een (te) hoog eigen risico.

Waar veel partijen mee komen, is het plan om de loondoorbetaling bij ziekte voor kleine werkgevers te verkleinen. Een aantal partijen wil dit bereiken door na een bepaalde termijn de loondoorbetaling collectief te financieren. Kleine werkgevers betalen dan nog maar 6 maanden tot een jaar zelf de loondoorbetaling bij ziekte. Gedurende 104 weken geldt wel de re-integratieverplichting en blijft het dienstverband in stand. De grenzen voor bedrijven die in aanmerking komen voor de beperking van loondoorbetaling variëren nogal. De SP vindt dat bedrijven tot 250 werknemers terug moeten naar een jaar loondoorbetaling. Groen links vindt dat bedrijven tot 10 werknemers een half jaar zouden moeten betalen en MKB bedrijven een jaar. Groep Kuzu/Öztürk ziet ook wel iets in een staffel en trekt de grenzen op 5 en 25 werknemers.

Alle partijen geven verder aan dat het vreemd is dat werkgevers klagen over de hoge financiële verplichtingen, maar dat de meerderheid van de cao’s een bovenwettelijke aanvulling op de loondoorbetaling kent die de 170% overschrijdt.

Een slim plan

Asscher heeft het aangehoord en belooft voor de zomer te komen met een slim plan dat recht doet aan de voorstellen van de commissie. Wel geeft hij aan dat het onderscheid tussen risque professionel en risque social er wat hem betreft niet gaat komen. Hij onderkent dat kleine werkgevers een reëel probleem hebben. Het stelsel ‘an sich’ functioneert volgens de minister goed, maar voor kleine werkgevers moeten wel risico’s worden weggenomen zodat zij weer personeel gaan aannemen. Het streven is dat Asschers slimme plan voor 1 juli het daglicht ziet. Uiteraard gaan we u dan weer informeren.