We mogen zeer binnenkort het advies van de onafhankelijke commissie toekomst arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS) tegemoet zien. De Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG) heeft in een eerder stadium de knelpunten geformuleerd die zij zien in ons huidige arbeidsongeschiktheidsstelsel. Op verzoek van Octas is de NVVG meer in detail op die knelpunten ingegaan.
NVVG visie voor Octas
Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
De NVVG start haar analyse met de wens om te komen tot een eenvoudiger arbeidsongeschiktheidsstelsel dat zal bestaan uit drie type van uitkeringen:
- Een ziekte uitkering voor mensen die door ziekte geen arbeidsvermogen hebben.
- Een rehabilitatie uitkering voor mensen die door ziekte hun eigen werk niet meer kunnen doen en nog wel arbeidsvermogen hebben.
- Een jonggehandicapten uitkering.
Zoals al uit het eerste punt duidelijk wordt, wil de NVVG verdienvermogen en arbeidsongeschiktheidspercentage loslaten als onderscheidende criteria. In plaats daarvan moet arbeidsongeschiktheid worden aangenomen als iemand door ziekte en of gebrek niet het eigen werk of de maatstaf kan doen. Hoe die maatstaf gedefinieerd moet worden, maakt de NVVG niet duidelijk. Wel duidelijk is dat het begrip arbeidsvermogen een grote rol gaat spelen en het CBBS moet laten verdwijnen. Een arbeidsongeschikte werknemer die geen arbeidsvermogen heeft ontvangt een ziekte-uitkering en bij wel arbeidsvermogen volgt een rehabilitatie-uitkering. Deze twee uitkeringen moeten een vergelijkbare hoogte hebben zodat er geen financiële prikkels meer zijn om een herbeoordeling aan te vragen.
Een werknemer ontvangt een rehabilitatie-uitkering zolang hij meewerkt aan biomedisch herstel, persoonlijk en sociaal herstel en re-integratie (hier wordt het ICF-model toegepast). Vervolgens kan de arbeidsdeskundige op basis van het vastgestelde arbeidsvermogen kijken of betrokkene plaatsbaar is in werk, dat aansluit op de mogelijkheden, interesses en ervaring van de persoon. Het helpt volgens de NVVG (en waarschijnlijk iedereen) enorm als ook daadwerkelijk werkervaringsplekken kunnen worden aangeboden.
Toch wordt het niet helemaal eenvoudig. De NVVG stelt namelijk differentiatie voor in de ziekte-uitkering. De vereniging pleit ervoor dat bij werknemers die geen arbeidsvermogen hebben, een beoordeling van de duurzaamheid volgt. Alleen als er sprake is van duurzaamheid, zou een permanente uitkering aan deze mensen kunnen worden toegekend. Wat het ook niet makkelijker maakt, is dat de NVVG adviseert om bij de rehabilitatie-uitkering motiverende prikkels in te bouwen in de vorm van financiële consequenties. Als iemand actief bezig is met zijn rehabilitatieproces moet dat financieel beloond worden. Er kan bijvoorbeeld voor gekozen worden om de rehabilitatie-uitkering in hoogte na een bepaalde periode te laten aflopen tot een minimum. Professionals krijgen dan de mogelijkheid om de uitkering weer naar oorspronkelijk niveau te laten stijgen als de betrokkene zich in voldoende mate inzet voor biomedisch herstel, persoonlijk en sociaal herstel alsmede re-integratie. Tijdrovend, specialistisch werk en een potentieel grote werkverschaffer voor de afdeling Bezwaar & Beroep.
We hoeven wat betreft de NVVG ook niet te verwachten dat de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling sneller zal gaan met het vervallen van de beoordeling op verdienvermogen. Een beoordeling van arbeidsvermogen kost volgens de vereniging net zoveel tijd, zo niet nog meer. Als verzekeringsartsen bij iedereen het arbeidsvermogen gaan beoordelen en de re-integratiemogelijkheden vaststellen, dan kost dat tijd. Deze tijdsinvestering is volgens de NVVG echter waardevol. De voorgestelde methodiek en criteria zullen de re-integratie mogelijkheden en participatie van cliënten bevorderen.
Binnenkort lezen we wat Octas met de goedbedoelde adviezen heeft gedaan.