UWV heeft onderzoek gedaan naar de WIA-instroom in 2021 omdat deze hoger was dan verwacht werd. In de onderzoeksrapportage zijn enkele interessante bevindingen over de instroom te lezen. Daarnaast een conclusie die werkgevers achter de oren zou moeten doen krabben.

In 2021 stroomden 55.400 mensen de WIA in, 5.700 meer dan het jaar daarvoor. Op basis van bekende factoren als stijging van de pensioenleeftijd, extra voorschotten en toename van heropeningen was echter voor 2021 een stijging van ‘slechts’ 2.800 te verwachten, waarmee dus 2.900 extra WIA-instroom onverklaard blijft. De extra stijging van de WIA-instroom heeft UWV grotendeels bij de vangnetters aangetroffen (2.600). Uit de mensen in het doelgroepregister kwamen in 2021 naar schatting 300 extra WIA-instromers voort, wat daarmee bijna 10% van de extra stijging verklaart. Deze stijging heeft te maken met de groei van het doelgroepenregister. Dan blijft er nog een flink aantal extra instromers over die UWV verklaart uit de lockdown (geen fysieke spreekuren, minder re-integratietrajecten) en de problemen in de eigen uitvoering (artsentekort, voorrang EZwB, nieuwe werkwijze ZW-arbo).

De WGA-instroom van werknemers die zijn opgenomen in het doelgroepregister zou normaal gesproken niet voor rekening van hun (ex)werkgever moeten komen. Zij hebben bij arbeidsongeschiktheid recht op een Ziektewetuitkering vanuit de no-riskpolis en WGA-instroom vanuit de no-riskpolis wordt niet op werkgevers verhaald. Uit de gegevens van UWV blijkt echter dat minder dan de helft van de WIA-instroom vanuit het doelgroepregister (39%) via de route van de no-riskpolis Ziektewet is verlopen. Een onnodige kostenpost voor werkgevers.