Terug naar overzicht
19 oktober 2015

Loondoorbetaling volgens LTO

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland (LTO) heeft gereageerd op het plan voor de loondoorbetaling bij ziekte van Asscher. Als dit plan leidt tot een wetswijziging, dan kunnen werkgevers tot maximaal 10 werknemers de loondoorbetalingsverplichting van het tweede ziektejaar bij het UWV onderbrengen. LTO is niet zo enthousiast over dit plan.

LTO ziet meer in een sectorale aanpak van het tweedejaars verzuimrisico. Dat moet inhouden dat verzekering, verzuimbegeleiding en re-integratie een sectorgerichte aanpak krijgen. Het is natuurlijk niet bijzonder dat zij deze mening zijn toegedaan. De agrarische sector heeft altijd al zijn zaken op het gebied van pensioen, verzekeren en arbeidsmarktbeleid zelf geregeld. Sinds 2004 zijn de sociale regelingen mede op verzoek van LTO onder de vlag van Colland gebracht. Onder Colland vallen onder andere Stigas als de uitvoerder van arboregelingen en SAZAS als aanbieder van inkomensverzekeringen zoals bijvoorbeeld de verzuimpolis. Waarom zou je daar een derde partij bij willen waar je geen bestuurlijke invloed op hebt?

Een tweede en waarschijnlijk belangrijker reden is dat er in de agrarische en groene sectoren sprake is van een laag ziekteverzuim. Volgens LTO zelfs zeer laag. Vorig jaar bedroeg het landelijk gemiddelde ziekteverzuim 3,7% waarbij het verzuim in de agrarische sector op 3,44% bleef steken. Dat kan natuurlijk aan goed beleid liggen, maar ook aan het feit dat er met name middelgrote en kleine bedrijven in de sector werkzaam zijn. Wat in ieder geval ook geconstateerd kan worden is dat de agrarische sector voor alle fondsen binnen de Werkhervattingskas een lagere sectorpremie dan gemiddeld heeft.

Naast de  verzuimcijfers komt LTO nog met enkele andere argumenten die wat ons betreft best gehoord mogen worden. Zij vinden dat de prikkel om het eerste jaar te investeren in re-integratie minder sterk wordt, als het tweede jaar publiek wordt verzekerd. Daarnaast wijzen zij op een noodzakelijke  dossieroverdracht voor begeleiding na het eerste ziektejaar die voor zowel werkgever als werknemer onwenselijk is.

LTO besluit haar betoog met de stelling dat de mede door hen vormgegeven ketenaanpak niet betekent dat er voor ondernemers en werknemers geen keuze in de markt is. Maar het moet natuurlijk niet teveel keus worden.