Terug naar overzicht
17 april 2023

Loondispensatie voor de IVA

Tijdens de eerste 104 weken van ziekte zijn werkgevers en werknemers verantwoordelijk voor re-integratie. Een arbeidsongeschikte werknemer kan daarna in aanmerking komen voor een WIA-uitkering. Voor de WGA-gerechtigde werknemer komt er dan re-integratieondersteuning beschikbaar vanuit het UWV of de (ex-)werkgever indien deze WGA-eigenrisicodrager is. Jaarlijks zijn er echter rond de 10.000 WIA-instromers die geen begeleiding bij hun re-integratie kunnen verwachten. Dat gaat mogelijk veranderen.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

In de WIA is geregeld dat het UWV of de WGA-eigenrisicodrager een taak heeft om de WGA-gerechtigde werknemer te re-integreren (art. 39 en art. 42 WIA). UWV heeft echter expliciet geen wettelijke taak om personen met een uitkering vanuit de Inkomensverzekering voor Volledig en duurzaam Arbeidsongeschikten (IVA) te ondersteunen naar werk (art. 30a lid 3 sub b Wet SUWI). Ook werkgevers spelen voor wat betreft de IVA geen rol in de re-integratie. Bij de invoering van de WIA is immers besloten om eigenrisicodragerschap niet voor de IVA-regeling in te voeren. De werknemers die een IVA-uitkering ontvangen hebben zelf ook geen re-integratieverplichting. Op zich is dat logisch wanneer ervanuit wordt gegaan dat er sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid. Re-integratie-inspanningen zijn dan vergeefse moeite. In de praktijk blijkt het stempel volledig arbeidsongeschikt echter geen garantie voor volledige ongeschiktheid voor arbeid.

Ondanks de arbeidsongeschiktheidsstatus van IVA-gerechtigde werknemers signaleert het UWV dat de vraag vanuit deze groep om in aanmerking te komen voor re-integratieondersteuning toeneemt. Als de werknemers met een IVA-uitkering daadwerkelijk aan (meer) werk geholpen kunnen worden met re-integratie-ondersteuning, dan is dat iets wat het kabinet vanzelfsprekend toejuicht. Er wordt daarom voorgesteld om middels een experiment vast te stellen of ondersteuning naar werk de arbeidsparticipatie van deze groep bevordert. Het kabinet wil bekijken of het huidige re-integratie-instrumentarium dat ingezet wordt voor uitkeringsgerechtigden met een re-integratieverplichting ook aansluit bij de behoeften van deze groep. Op basis van de uitkomsten van het experiment wordt beoordeeld of de huidige wetgeving rondom re-integratieondersteuning moet worden gewijzigd. Het gaat daarbij niet alleen om werknemers met een IVA-uitkering, ook Wajongers die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben vallen onder de doelgroep.

Tijdens het experiment kan een werknemer uit de doelgroep bij het UWV een aanvraag voor dienstverlening indienen. Er volgt dan een oriëntatiegesprek met de arbeidsdeskundige, die moet vaststellen of de wens om te werken haalbaar is en in hoeverre de loopbaanwensen realistisch zijn in relatie tot de kans op werk in de huidige arbeidsmarkt. Ook wordt bekeken welke dienstverlening de persoon het beste ondersteunt om aan het werk te komen. Uiteindelijk wordt een onderbouwd oordeel van de arbeidsdeskundige vastgelegd in een werkplan. Het UWV kan alle in de Wajong en de Wet WIA genoemde re-integratie-instrumenten inzetten voor de doelgroep. Dit betekent dat een werkgever of iemand met een IVA-uitkering ook loondispensatie kan aanvragen. Het kabinet verwacht dat inzet van loondispensatie een belangrijk instrument kan zijn om voor IVA-gerechtigden toegang te krijgen tot de reguliere arbeidsmarkt en om de (beperkte) arbeidscapaciteit te benutten. Werkgevers worden zonder inzet van dit instrument niet gecompenseerd voor de verminderde productiviteit van de persoon met een IVA-uitkering.

De totale doelgroep bestaat uit 146.273 personen met een IVA-uitkering en 133.832 personen die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Naar verwachting zullen circa 200 personen op jaarbasis verzoeken om ondersteuning bij UWV. Het experiment kent een looptijd van 5 jaar en loopt van 1 april 2023 tot 1 april 2028. De kosten worden geraamd op € 1.632.500 per jaar. Het is nog niet definitief of het experiment er ook (dan al) komt. Het UWV voert ten behoeve van het experiment namelijk nog een uitvoeringstoets uit. Wel opmerkelijk is dat het kabinet al vooruitlopend op die uitvoeringstoets concludeert dat het UWV voldoende toegerust is om de re-integratietaak binnen het experiment uit te voeren. Er ligt echter een belangrijke en omvangrijke taak te wachten voor de arbeidsdeskundigen. Voor (naar verwachting) 200 aanvragers per jaar moet een uitgebreid arbeidsdeskundig onderzoek plaatsvinden en mogelijk een re-integratieplan worden opgesteld. Dit alles moet in voor bezwaar vatbare beslissingen worden vastgelegd. UWV kan er dus vanuit gaan dat ook de druk op haar afdelingen Bezwaar en Beroep zal toenemen. Mooi dus dat er nagedacht wordt over re-integratie-ondersteuning voor deze doelgroep, maar we zijn voorlopig nog even voorzichtig enthousiast.