Terug naar overzicht
11 december 2023

IVA en arbeidskorting

Arbeidskorting is een mooi ding, vooral als je werkt. Door aan de kortingsknop te draaien kan een kabinet de nettolonen laten stijgen en daar worden kiezers blij van. Arbeidskorting wordt echter voornamelijk gezien als stimulans voor mensen om (meer) te gaan werken. Het zou wat dat betreft wellicht logischer zijn om het aan gewerkte uren te koppelen. Of arbeidskorting als participatie-instrument echt werkt is daarom ook niet geheel duidelijk. Wel duidelijk is dat niet-werkenden met een uitkering er niet gelukkig mee zijn. Vooral als zij niet kunnen werken.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Onlangs hebben we u geïnformeerd over de rechtspraak die is aangespannen in verband met de arbeidskorting die gehanteerd mag worden voor WGA-uitkeringen die samen met loon door een werkgever worden betaald. Deze zogeheten werkgeversbetalingen bieden een WGA’er een financieel voordeel ten opzichte van WGA’ers die hun uitkering rechtstreeks van UWV ontvangen.

In hoger beroep heeft de rechter begin dit jaar geoordeeld dat er geen redelijke en objectieve rechtvaardiging is voor het verschil in arbeidskorting tussen de WGA-uitkering van een werknemer die via zijn werkgever of via het UWV ontvangt. De rechter stelt dat administratieve processen zoals loonadministraties tegenwoordig in hoge mate zijn geautomatiseerd of zijn uitbesteed aan professionele organisaties. Hierdoor is het argument van administratieve lastenverlichting niet in verhouding tot het verschil in arbeidskorting dat tussen de betrokken werknemers ontstaat. De rechter oordeelt dat ook de werknemer die naast zijn loon een WGA-uitkering van UWV ontvangt, recht heeft op arbeidskorting over die WGA-uitkering. De staatssecretaris van Financiën is het niet met de rechter eens en is in cassatie gegaan; we wachten nog op de uitspraak daarvan.

Er zijn ook nog uitkeringsgerechtigden die niet kunnen werken. Vaak betreft dat werknemers met een IVA-uitkering. Minister Van Gennip heeft op verzoek van de vaste commissie van Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid een e-mail beantwoord van twee burgers die hun zorgen uiten over het mislopen van arbeidskorting door IVA-gerechtigde werknemers. In die e-mail stellen zij dat de verschillen in belastingdruk tussen werkenden en niet werkenden met een IVA-uitkering daardoor enorm zijn geworden. Minister Van Gennip stelt vast dat een IVA-uitkering niet kwalificeert als inkomen uit tegenwoordige arbeid en dat arbeidskorting daarom niet van toepassing is.

Van Gennip legt uit dat arbeidskorting een stimulans is voor arbeidsparticipatie en alleen (meer) werken daarmee zorgt voor dit belastingvoordeel. Zij snapt dat het frustrerend is dat door de alsmaar stijgende arbeidskorting het verschil inmiddels steeds groter is, maar dat is wel in lijn met het doel van de arbeidskorting. Op de stelling van de e-mailers dat de prikkelwerking voor volledig arbeidsongeschikten niet opgaat, evenmin het principe van de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten, gaat de minister niet in. Wel geeft ze aan dat de werking van de heffingskortingen, arbeidskorting incluis, momenteel wordt geëvalueerd. Daarnaast wordt door het Ministerie van Financiën gewerkt aan de Bouwstenen voor een beter belastingstelsel, waarin ook aandacht wordt besteed aan de doelen en vormgeving van ons belastingstelsel. Deze onderzoeken kunnen voor een nieuw kabinet aanknopingspunten bieden voor het bezien van de verhouding van het netto-inkomen tussen mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en werkenden.  

Het is een schrale troost voor de twee bezorgde burgers, maar het verschil in belastingdruk door arbeidskorting zal op korte termijn waarschijnlijk niet groter worden. Volgens Staatssecretaris Van Rij van Financiën zijn bij de arbeidskorting de grenzen van de effectiviteit inmiddels wel bereikt. Binnenkort kunnen we in een evaluatie lezen of dat echt zo is, maar waarschijnlijk zal de uitspraak in cassatie eerder zorgen voor een wijziging in beleid.