Terug naar overzicht
26 november 2012

Het wordt makkelijker! (november 2012)

 

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Momenteel wordt er gewerkt aan de Wet vereenvoudiging regelingen UWV. Dit wetsvoorstel met een heerlijk klinkende titel gaat onder andere het bepalen van het dagloon van een werknemer makkelijker maken. Dat dit tot nu toe niet eenvoudig is, kunnen we lezen in een van de laatste brieven die De Krom als staatssecretaris SZ&W naar de Tweede Kamer zond:

De dagloonregels vormen een belangrijk onderdeel van de uitkeringsvaststelling. Deze is op dit moment gecompliceerd en niet volledig te automatiseren. Dit wordt vooral veroorzaakt door de berekening van het dagloon bij meerdere en samenlopende dienstbetrekkingen in het refertejaar en bij de toepassing van de dagloongarantieregeling. Het is de bedoeling om voortaan uit te gaan van het laatstverdiende loon en om de dagloongarantieregeling alleen toe te passen indien de werknemer na een periode van werkloosheid weer is gaan werken.
 
Met het wetsvoorstel wordt de referteperiode gewijzigd, alleen nog uitgegaan van de dienstbetrekking waaruit iemand ziek of werkloos is geworden en de inhoud van de garantieregeling beperkt. Hieronder kunt u de exacte inhoud van de wijzigingen lezen. We sluiten af met een uitleg over de wijziging van de berekening van het arbeidsverleden.
 
De referteperiode start in het aangiftetijdvak (maand of vier weken) voor het tijdvak waarin de ziekte of werkloosheid is ingetreden. Vervolgens wordt er een jaar teruggerekend. Op het moment waarop de verzekerde de uitkering aanvraagt, zijn de gegevens van het laatste benodigde aangiftetijdvak nog niet altijd opgenomen in de polisadministratie. De referteperiode voor dagloonberekening wordt daarom vastgesteld met toepassing van «t-1»: het laatste aangiftetijdvak (t) voorafgaande aan het intreden van de verzekerde gebeurtenis wordt buiten beschouwing gelaten. Het refertejaar schuift daarmee een tijdvak terug en vangt dus een tijdvak eerder aan.
 
Als een werknemer in de referte periode meerdere opvolgende dienstbetrekkingen heeft gehad, dan tellen die allemaal mee bij het bereken van het dagloon. Lastig, en bovendien kan het dagloon dan niet aansluiten bij de daadwerkelijke inkomensderving van het moment waarop ziekte of werkloosheid intreedt. Het dagloon voor de WW, de ZW en de Wazo wordt daarom gebaseerd op het loon in de referteperiode uit de laatste dienstbetrekking met de werkgever waarbij de werknemer in dienst was op het moment van intreden van de verzekerde gebeurtenis. Indien deze dienstbetrekking een kortere periode beslaat dan een jaar dan wordt de referteperiode gelijkgesteld met de duur van deze dienstbetrekking.
 
Met de dagloongarantie zullen weinig adviseurs te maken hebben, maar voor de volledigheid stippen we hem even aan: De garantie betekent dat als een werknemer binnen 24 maanden na het einde van een dienstbetrekking een andere dienstbetrekking is aangegaan en werkloos wordt uit deze nieuwe dienstbetrekking, uitgegaan wordt van het loon uit de eerdere dienstbetrekking indien dat hoger was. Die dagloongarantie blijft 36 maanden gelden na het einde van de eerste dienstbetrekking. Voor 55-plussers is er geen limiet. Nu geldt die garantie in twee gevallen: de werknemer is direct van baan naar baan gegaan of de werknemer is via tussenliggende werkloosheid van baan naar baan gegaan. Straks geldt deze garantie alleen nog als de werknemer via tussenliggende werkloosheid van baan naar baan is gegaan.
 
Een andere belangrijke wijziging uit het wetsvoorstel is die van het bepalen van het arbeidsverleden. Momenteel telt een jaar mee als arbeidsverleden indien er in dat jaar 52 loondagen zijn geweest. In het Wetsvoorstel vereenvoudiging regelingen UWV wordt voorgesteld om een kalenderjaar te tellen als arbeidsverleden als de werknemer in dat kalenderjaar minimaal 208 arbeidsuren heeft gehad. Daarbij is niet vereist dat die 208 arbeidsuren over ten minste 52 werkdagen zijn verspreid. Ook een dienstverband van bijvoorbeeld 8 uur op 26 dagen telt mee als arbeidsverleden.
 
Het wordt dus allemaal makkelijker per 2013 en al helemaal met het uniform loonbegrip. Zeker inkomensverzekeraars zouden daar dolgelukkig mee moeten zijn. Het is echter schrikbarend stil bij verzekeraars rond het uniforme loonbegrip, terwijl het toch over ongeveer een maandje geregeld moet zijn.  Het wordt makkelijker voor het UWV, ook bij de verzekeraars?