Terug naar overzicht
23 september 2013

Het WGA advies

De sectorpremies WGA zijn een paar weken bekend en de meeste premies voor de WGA eigen risicodragersverzekeringen per 2014 ook. Uitgaande van de nieuwe premiestellingen kunnen we concluderen dat inkomensverzekeraars niet op vergroting van hun marktaandeel zitten te wachten. De adviseurs zitten daardoor naar hun klanten toe met een moeilijk verhaal.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

De sectorpremies WGA zijn een paar weken bekend en de meeste premies voor de WGA eigen risicodragersverzekeringen per 2014 ook. Uitgaande van de nieuwe premiestellingen kunnen we concluderen dat inkomensverzekeraars niet op vergroting van hun marktaandeel zitten te wachten. De adviseurs zitten daardoor naar hun klanten toe met een moeilijk verhaal. Onder aan de streep speelt het financiële aspect bij WGA eigen risicodragen nog steeds  de belangrijkste rol. Nu UWV vaak ‘goedkoper’ is dan de private aanbieders, krijgen wij regelmatig de vraag of het niet het beste is om de werkgever te adviseren om per 2014 terug te gaan naar het UWV. Allereerst is het goed om vast te stellen dat er geen standaard WGA advies is. Vanuit financieel oogpunt is het zinvol om het daadwerkelijke premieverschil te beoordelen. UWV en private verzekeraars hebben niet hetzelfde product, is overstappen voor bijvoorbeeld 200 euro wel verstandig? We willen enkele overwegingen meegeven.
 
Gezien de koppeling van WGA flex aan WGA vast, zorgt  vrijwillige terugkeer naar UWV voor een beperking van de keuzevrijheid per 2016. Een eigen risicodrager die weer publiek verzekerde wordt, mag immers pas na drie jaar weer eigen risicodrager worden. De kans dat bij kleinere werkgevers een vangnetter in de WGA belandt is klein en de private premiestelling zal dat dus ook zijn. Een werkgever die in 2014 terugkeert naar UWV zal hier pas per 2017 voor kunnen kiezen. Wil de werkgever terug naar UWV, dan kan het verstandig zijn om een gedwongen terugkeer, door het intrekken van de garantieverklaring te bewerkstelligen.
 
Een andere overweging die moet worden meegenomen is de versnippering in de dekking die kan ontstaan bij een aantal keuzes. Een werkgever kan een verzuimverzekering hebben afgesloten voor het vaste personeel, bij WGA instroom is echter het UWV aan zet, maar toch ook weer een (andere) private verzekeraar voor het WGA hiaat. Deze versnippering komt nu ook voor bij de vangnetter, die bij ziekte eerst bij de werkgever terecht kan, vervolgens is het UWV aan zet met de Ziektewet en WGA, maar ook hier kan nog een WGA aanvullingsverzekeraar aan de orde zijn. Eigen risicodragerschap biedt de mogelijkheid om dekkingen te concentreren en daar hebben werkgever en werknemer in geval van schade voordeel van. Denk daarbij aan de bereidheid van de verzekeraar tot medefinanciering van re-integratie-trajecten. Ook het administratieve proces bij werkgever en verzekeraar wordt een stuk duidelijker als de 12 jaars periode onder één dak is ondergebracht. Het kan dus ook een goede keuze zijn om de marktontwikkelingen op het terrein van de 12 jaarsdekkingen af te wachten.
 
Natuurlijk is premie belangrijk. Maar een verzekering oversluiten omdat elders een lager tarief wordt gehanteerd lijkt nogal kort door de bocht. We hopen dat adviseurs met deze overwegingen wat verder geholpen zijn in het advies naar hun werkgevers.