Terug naar overzicht
25 juni 2012

Geruststelling voor de adviseur (juni 2012)

 

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Onlangs zijn de ziektewetwijzigingen doorgenomen door de vaste commissie voor sociale zaken en werkgelegenheid van de Tweede Kamer. Wijzigingen waarin wordt geregeld dat werknemers met recht op een ziektewetuitkering na 52 weken worden beoordeeld op basis van gangbare arbeid, vervolgens een uitkering kunnen krijgen als ze minder dan 65% van hun loon kunnen verdienen, een loongerelateerde uitkering krijgen op basis van hun arbeidsverleden en vervolgens een uitkering op basis van het minimumloon, maar niet als zij onder de no risk polis van de ziektewet vallen want daarvoor blijft de huidige regeling van kracht. Wat voor beide groepen gaat gelden is dat instroom in de Ziektewet en de WGA leidt tot premiedifferentiatie voor de werkgever, afhankelijk van de grootte van de totale loonsom waarbij drie klassen worden gehanteerd en hoe kleiner de onderneming hoe meer de sectorale premie een rol zal spelen, zodat eigen risicodragerschap vooral dus iets is voor grotere ondernemingen die daarbij geen garantieverklaring nodig hebben zoals ook de publiek verzekerde werkgevers niet hoeven te rekenen op een rentehobbel. De eigen risicodragers voor de WGA moeten er daarbij rekening mee houden dat naast het WGA vast risico de garantstelling tijdig wordt uitgebreid met het WGA flexrisico. Voor de ziektewet staartlasten wordt nog een fonds gezocht….

Tijdens de bespreking van al dit moois heeft het ministerie de volgende geruststellende woorden uitgesproken:
 
‘De regering deelt het standpunt dat de sociale zekerheidswetgeving uitlegbaar moet zijn’.
 
In hoeveel tijd dit moet kunnen worden uitgelegd staat er inderdaad niet bij.