Terug naar overzicht
13 mei 2013

Geen werknemer, wel minimumloon (mei 2013)

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Het kan soms aantrekkelijk zijn om te werken, of werk uit te besteden, zonder dat er een arbeidsovereenkomst tot stand komt. Een middel om dit te bereiken is de opdrachtovereenkomst. Ongeveer 10 procent van de bedrijven in Nederland maakt gebruik van overeenkomsten van opdracht. In de helft van deze bedrijven neemt dit aantal toe.

Een opdrachtovereenkomst is een overzicht van afspreken tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer. Een veel voorkomende afspraak is dat er geen gezagsverhouding is en dat de partijen geen arbeidsovereenkomst tot stand willen laten komen. Op zich is hier niets op tegen, maar een dergelijke constructie kan misbruik van flexwerknemers mogelijk maken. Binnen de groep opdrachtnemers bevinden zich mensen met een kwetsbare positie, bijvoorbeeld omdat zij sterk afhankelijk zijn van slechts één opdrachtgever en een laag inkomen hebben. Om dit te voorkomen heeft minister Asscher een wetsvoorstel ‘wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag in verband met het van toepassing verklaren van die wet op nader bepaalde overeenkomsten van opdracht’ ingediend.

De wet regelt dat werknemers die geen arbeidsovereenkomst hebben maar op basis van een opdrachtovereenkomst werken, voortaan onder het wettelijk minimumloon en de minimumvakantiebijslag vallen. De reden hiervoor is dat werknemers die min of meer in dezelfde positie verkeren volgens de regering niet verschillend behandeld mogen worden, enkel omdat er niet aan een of een aantal bepalingen uit het besluit minimumloon is voldaan. In dat besluit staat dat arbeid persoonlijk moet worden verricht en dat de duur van de arbeidsverhouding ten minste drie maanden is en de duur van de arbeid gemiddeld ten minste vijf uren per week. Deze in de praktijk eenvoudig te omzeilen criteria komen te vervallen. De werkingssfeer van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag wordt door de wetswijzigingen begrensd door één enkel criterium, te weten of de overeenkomst van opdracht is aangegaan in beroep of bedrijf.

Een sector die veel werkt met de opdrachtovereenkomst is die van de postbezorging. Los van de aanpassing van de Wet minimumloon, heeft deze sector ook te maken met het Tijdelijk besluit postbezorgers 2011. Waar het bij de wetswijziging gaat om een rechtvaardige belonding bij opdrachtovereenkomsten, gaat het bij het tijdelijk besluit postbezorgers om de ontwikkeling in de postmarkt naar een markt met stabiele arbeidsrelaties waarin de arbeidsovereenkomst de meest voorkomende contractvorm is. Dat bereikt het besluit door te bepalen dat een postvervoerbedrijf vanaf 2014 met ten minste 80% van de postbezorgers een arbeidsovereenkomst heeft.