Terug naar overzicht
31 mei 2021

Gaat het deskundigenoordeel veranderen?

UWV heeft haar eigen deskundigenoordelen onder de loep genomen. De uitvoeringsinstelling onderzocht wie de aanvragers van de vier verschillende typen deskundigenoordelen zijn, wat de uitkomst ervan is, hoe de aantallen zich ontwikkelen in de loop van de tijd en wat de relatie is met de WIA-aanvraag en een verlenging van de loondoorbetalingsverplichting. Bij het lezen van de rapportage bekruipt ons het gevoel dat er veranderingen zitten aan te komen.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Dankzij de Wet Verbetering poortwachter is het ziekteverzuim in Nederland flink beperkt. Het succes is te danken aan de re-integratieverplichtingen die werkgevers en zieke werknemers hebben. Een goede samenwerking tussen beide partijen is essentieel. Dat betekent niet dat werkgevers en werknemers het altijd met elkaar eens zijn. Loopt daardoor een re-integratie vast dan kan het UWV om onafhankelijk advies worden gevraagd. Met een deskundigenoordeel moet het re-integratietraject weer vlot getrokken kunnen worden.

In de leden 1 tot en met 4 van artikel 32 Wet SUWI zijn de verschillende second opinion-mogelijkheden vermeld:

SUWI Soort Doelgroep
 art. 32 lid 1  het al dan niet bestaan van arbeidsongeschiktheid voor het eigen werk werkgevers en werknemers
 art. 32 lid 2 het nakomen van de re-integratieverplichting door de werknemer werknemers, werkgevers en eigenrisicodragers ZW
 art. 32 lid 3  het aanwezig zijn van passende arbeid bij de werkgever werknemers, werkgevers en eigenrisicodragers ZW
 art. 32 lid 3 het nakomen van de re-integratie-inspanningen door de werkgever werknemers, werkgevers en eigenrisicodragers ZW
 art. 32 lid 4 het nakomen van de re-integratie-inspanningen van de WGA-eigenrisicodrager werknemers en eigenrisicodragers WGA

 

Een werkgever en een werknemer kunnen beiden een deskundigenoordeel aanvragen. Is de aanvrager een werkgever dan brengt UWV 400 euro in rekening. Een werknemer betaalt 100 euro voor een deskundigenoordeel.

Het UWV-onderzoek laat zien dat in 2019 van de aanvragen van deskundigenoordelen 73 procent van werkgevers afkomstig is. Zij vragen UWV vooral of de eigen re-integratie-inspanningen voldoende zijn. Als de re-integratie-inspanningen van de werkgever voldoende zijn bevonden, is de kans op een verlenging van de loondoorbetaling relatief klein (5%), als ze onvoldoende zijn bevonden is deze kans relatief groot (21%). Na een voldoende als tussenstand gaat het dus een enkele keer later in het traject alsnog mis. En na een onvoldoende als tussenstand worden de tekortkomingen meestal nog tijdig hersteld.

Ruim zes op de tien van de 11.000 deskundigenoordelen die UWV in 2019 uitbracht, betreft de vraag van de werkgever of de eigen inspanningen voldoende zijn. In ruim driekwart van de gevallen bevestigt UWV dat dit het geval is. Bij een gevraagd deskundigenoordeel over de re-integratie-inspanningen hoeft er geen sprake te zijn van een vastgelopen re-integratie, of een geschil tussen de werknemer en de werkgever. Als het UWV heeft geoordeeld dat tijdens een re-integratietraject de inspanningen van de werkgever voldoende zijn dan mag hij erop vertrouwen dat, mits er geen nieuwe feiten en omstandigheden volgen, er geen loonsanctie zal volgen[1].

Geconcludeerd kan worden dat het deskundigenoordeel, in het leven geroepen om re-integratie te bevorderen, voornamelijk wordt gebruikt om het risico op loonsancties te minimaliseren. Het is de vraag of het deskundigenoordeel in de huidige vorm nog lang stand zal houden. Het is nu vooral een goedkoop controlemechanisme die een grote belasting van het UWV vergt. De uitvoerder zal de capaciteit van verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen liever gebruiken voor de enorm opgelopen voorraad aan claimbeoordelingen. Daarnaast wordt het bedrijfsadvies leidend bij de beoordeling van de re-integratie en zou een controle door middel van een deskundigenoordeel niet nodig zijn zolang dat advies wordt opgevolgd.

 

[1] CRvB, 28 juni 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2439, r.o. 4.6. en 4.8