Bij de keuze voor WGA- en Ziektewet-eigenrisicodragerschap of premiedifferentiatie is het van belang dat werkgevers hun administratie goed op orde hebben. De werkgever moet in kaart hebben welke uitkeringen er lopen, welke zieken toekomstige uitkeringslast kunnen vertegenwoordigen en ook de ontwikkeling van de loonsom in de gaten houden. Een niet eenvoudige klus. De Belastingdienst heeft

Bij de keuze voor WGA- en Ziektewet-eigenrisicodragerschap of premiedifferentiatie is het van belang dat werkgevers hun administratie goed op orde hebben. De werkgever moet in kaart hebben welke uitkeringen er lopen, welke zieken toekomstige uitkeringslast kunnen vertegenwoordigen en ook de ontwikkeling van de loonsom in de gaten houden. Een niet eenvoudige klus. De Belastingdienst heeft het bij de premiedifferentiatie iets eenvoudiger, omdat zij alleen hoeft bij te houden wat er al verloond is bij werkgevers. Dit blijkt echter ook niet eenvoudig te zijn; het is namelijk niet goed gegaan bij de berekening van het premieloon over 2013.

De premielonen van 2013 zijn te laag vastgesteld doordat de Belastingdienst de maand oktober per abuis niet heeft meegerekend. Voor werkgevers met een verloningscyclus van 4 weken gaat het om de periode 10 of 11 die door de fiscus is vergeten.  De te lage premielonen van 2013 worden gebruikt voor de vaststelling van de premie Werkhervattingskas (Whk) in 2015.

Ondanks dat het gunstig klinkt als de Belastingdienst bij de premievaststelling een te laag loon gebruikt, kan het voor werkgevers toch nadelig uitpakken. Het zal daarbij overigens gaan om relatief kleine financiële nadelen. De Belastingdienst was wel op de hoogte van de juiste lonen en mag daarom de premievaststelling van 2015 niet uit zichzelf herzien. Desgewenst zal een werkgever dus zelf om herziening moeten vragen.

De werkgevers die eventueel meer premie dan nodig betalen in 2015 kunnen zijn:

Middelgrote en grote werkgevers met uitkeringsschade in 2013

Voor de Whk-premievaststelling van 2015 worden de in 2013 betaalde WGA- en/of Ziektewetuitkeringen gedeeld door het gemiddelde loon in 2013. Het percentage wat dan ontstaat wordt vergeleken met het gemiddelde percentage in Nederland. Heeft een werkgever een hoger dan gemiddeld percentage dan zal er een opslag op de premie volgen.

Hoe lager het gemiddelde loon is bij de werkgever, hoe hoger zijn percentage wordt. De kans dat de werkgever een (hogere) opslag krijgt op zijn Whk-premie neemt dus toe doordat de Belastingdienst het premieloon in 2013 te laag heeft vastgesteld. Overigens bestaat het gemiddelde loon uit het gemiddelde premieloon van de jaren 2009 t/m 2013. Als alleen het premieloon 2013 uit een maandje minder bestaat is de kans op een aanzienlijke afwijking dus zeer klein.

Bij middelgrote werkgevers is de kans op te hoge premie nog kleiner omdat er gebruik gemaakt wordt van de wegingsfactor. Deze zorgt ervoor dat de schade in de premieberekening wordt meegenomen naar verhouding van de loonsom. Hoe lager de loonsom hoe minder schade wordt verhaald. De Belastingdienst verkleint dankzij de lagere loonsom de mate waarin de schade in 2015 op middelgrote werkgevers wordt verhaald. Per saldo zal het dus wel meevallen met de financiële consequenties.

Werkgevers die door de wijziging in een andere klasse vallen

Het premieloon in 2013 bepaalt voor 2015 in welke klasse een werkgever wordt ingedeeld. Door een te lage vaststelling kan een grote werkgever als middelgrote werkgever worden aangemerkt en een middelgrote werkgever als een kleine werkgever. De vormgeving van de premievaststelling voor de werkhervattingskas is afhankelijk van deze indeling: kleine werkgevers betalen een sectorpremie, grote werkgevers een individueel gedifferentieerde premie en middelgrote werkgevers een combinatie van beide. Bij de middelgrote werkgevers geldt: hoe groter de loonsom hoe meer de eigen last meetelt. Hierdoor zal het premieverschil tussen een grote werkgever en een middelgrote werkgever met een zeer grote loonsom zeer klein zijn. Andersom geldt dit ook bij het verschil tussen een kleine werkgever en een middelgrote werkgever met een lage loonsom.

Minder

De te lage vaststelling kan voordelig zijn voor middelgrote werkgevers die WGA-eigenrisicodrager zijn per 2015. Als zij WGA-schade hebben, dan wordt deze gedeeltelijk op de werkgever verhaald. Hoe lager de loonsom in 2013, hoe lager het deel van de WGA-uitkering dat wordt verhaald. Een onverwacht voordeeltje van eigenrisicodragerschap.