Terug naar overzicht
23 augustus 2013

En-kwestie: Soortgenoten

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Minister Asscher is aardig, maar kletst te veel en zegt te weinig. Zo riep hij onlangs code oranje af. Dat ging over de tsunami aan Midden- en Oost-Europeanen (u weet wel; uit de MOE landen) die bij ons aan de slag gaan. Twaalf procent van alle werknemers in de land- en tuinbouw komt er vandaan. Geen probleem lijkt me, blijkbaar hebben we de Oost-Europese medemens nodig om onze boontjes te doppen, maar Asscher oordeelt anders. Hij orakelt over uitbuiting en concurrentievervalsing door gewetenloze werkgevers. Dat is natuurlijk het probleem niet. Het gaat mis omdat er teveel werknemers van één groep op één plaats zijn. Dan gaat een andere groep mopperen. Dat inzicht kreeg ik op de camping.
 
De kinderen wilden graag naar Italië op vakantie, ik bleef liever thuis. Toen we op de Italiaanse camping aankwamen, bleek dat we voor een groot deel thuis waren. Zowel links als rechts naast onze tot ‘chalet’ omgedoopte stacaravan (duizend euro per week) stonden landgenoten. Voor en achter ons overigens ook en het hele zwembad lag er eveneens vol mee. Wat opviel, was dat het gros volledig inwisselbaar was. Bijkans 80 procent van de Hollandse gezinnen reed in een bestelbusje; voor de heren onder u: type Transporter of Vito, enkele met bedrijfslogo erop. Verder was 100 procent van de mannen kaal of kalend en in het laatste geval was voor de zekerheid het resterende haar maar alvast weggeschoren. Moeders was steevast iets te zwaar, lurkte sigaretten en had zichzelf een praktisch kapsel aangemeten. Verder meestal twee kinderen, vaak geschreeuwde namen daarbij waren Rodney en Samantha. ‘Rodney’ steevast gekleed in een voetbalshirt type Messi of Pèlle, Samantha in iets weinigs met fluorescerende migrainekleuren.
 
Het vergelijken van de vleeswaren kon op het strand en aan het zwembad juichend worden voortgezet. Wat daarbij vooral opviel waren de vele tatoeages. Mannen hebben over het algemeen nog de meeste versiersels maar de Neerlandse dames zijn met een forse inhaalslag bezig. Op menig damesarm, rond de biceps en de kipfilet, is een soort van armband of prikkeldraadmotief gezet. Ook het rechterschouderblad blijkt een favoriete  plek. Moeders met veel kinderen hebben daar de namen laten vereeuwigen in zwierige of gotische stijl. Mama’s tot tweemaal nageslacht hebben de minst flatteuze babyfoto’s laten graveren in het weke vlees. Het meest verwonderlijk was echter dat vrijwel iedere Hollandaise rondliep met een versiersel boven den bips. Waarom je vrijwillig een soort van slingers boven de uitgang laat tatoeëren is me een raadsel, tenzij je een jarenlange strijd tegen constipatie zojuist winnend hebt afgesloten. Enfin.
 
De Italiaanse badmeester zag alles met lede ogen aan. Teveel van één soort op één plaats, mopperde hij. De gewetenloze campingbaas oordeelde anders. Niet verwonderlijk: Hollanders duizend euro per week aftroggelen voor een verblijf in een stacaravan riekt naar uitbuiting en concurrentievervalsing. Volgend jaar blijf ik thuis. Tenzij mevrouw Vluggen zich laat tatoeëren.