Terug naar overzicht
28 juni 2021

En-kwestie: Smeercase aan de Kwaliteitstafel

Vorige week schreef minister Koolmees een reactie op een advies van de Kwaliteitstafel bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde. Wat een kwaliteitstafel is weet ik niet, maar aan dat advies was in ieder geval behoefte omdat, zoals u waarschijnlijk al langer weet, we veel te veel bedrijfs- en verzekeringsartsen nodig hebben in Nederland. Helaas willen de Kwaliteitstafelgasten het probleem fundamenteel aanpakken, hetgeen inhoudt dat ze een zak geld van de overheid willen om meer artsen te kopen. Koolmees klapt enthousiast in zijn handjes en laat verdere besluitvorming over aan een volgend kabinet. Genoeg artsen ga je echter nooit hebben, want hoe meer problemen er vastgesteld kunnen worden hoe meer kwalen we gaan krijgen. Je moet dus voorkomen dat artsen nodig zijn en dan kun je het beste beginnen bij ziekteverzuimoorzaak numero uno: psychische klachten. Ik moest daar vanmorgen aan denken toen ik in een stuk pindakaas stapte.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Het uitvallen van personeel als gevolg van stress kost werkgevers volgens TNO op jaarbasis 2,8 miljard euro. Toegegeven, ik heb totaal geen verstand van psychische klachten, maar weet wel genoeg van de stresscombinatie privé en werk. Nu de coronacrisis langzaamaan lijkt op te lossen zou je denken dat er sprake zou moeten zijn van afnemende werk-privé-stress, maar niets is minder waar. Een goed voorbeeld van stressverhoging door corona-afname is dat je weer muntjes nodig hebt om een winkelwagentje te bevrijden bij de supermarkt. Een voor mij nog grotere stressbron is dat zoon nr. 1, het enige nog fulltime thuiswonende bewijs van de genegenheid tussen mevrouw Vluggen en mijzelf, weer naar school gaat. Dat betekent dat hij iedere ochtend brood staat te smeren en ik kan u verzekeren; dat zorgt niet voor een kwaliteitstafel.

Hoewel het jong dertig jaar jonger en dertig kilo lichter dan me is, is hij inmiddels dertig centimeter langer en eet dertig keer vaker in de week, waaronder zo’n dertig boterhammen per dag. Van die laatste dertig gaan er twaalf mee naar school. Ik verzin dit niet. Het is me in ieder geval duidelijk waarom al die jongens met zo’n enorm grote rugzak richting school fietsen, de boeken zijn het niet. Hoe dan ook; zijn haastige smeerbewegingen, terwijl hij continu ogen op den mobiel gericht houdt, zorgen voor een overweldigende ravage. Onze voormalige kwaliteitstafel raakt compleet ingevet met boter -wel handig doordat alle kruimels en het surplus aan hagelslag blijven plakken- de stoelleuningen zijn voorzien van jam en normaal gesproken zorgen zijn pindakaashanden voor bruine resten op alles wat hij na het ontbijt nog aanraakt. Vanmorgen heeft hij met dusdanig veel geestdrift de pindakaas van pot naar snee vervoerd dat er een flinke klomp op de grond belandde. Het bevindt zich nu grotendeels tussen mijn grote teen en die teen ernaast, geen idee hoe het ding heet.

Ik wil een oplossing voor mijn smeerstress en denk hem gevonden te hebben. In een magazine voor Arboprofessionals las ik een smeerinstructie ten behoeve van medewerkers die buiten werken. De bouwvakkers en hoveniers moet dus geleerd worden hoe ze zich moeten insmeren met zonnebrandcrème. Zo’n instructie zou de preventiemedewerker kunnen geven, maar die hebben normale bedrijven niet. Wat wel overal voorhanden is, zijn casemanagers. Hup, inzetten die gasten. Ik wil dat zo’n smeercasemanager ook wordt toegevoegd aan het voortgezet onderwijsgilde. Mijn voorstel is om het, voor de huidige generatie volledig overbodige vak ‘audiovisuele vorming’ te laten vervallen en hen in plaats daarvan een kwartier per dag smeerinstructie te laten onderwijzen. Graag tijdens de lunchpauze. Kan ik met mevrouw Vluggen en een gerust, stressvrij hart een nieuwe kwaliteitstafel uitzoeken.