Terug naar overzicht
12 november 2012

En-kwestie: Relativeren (november 2012)

 

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Nivelleren via de zorgpremie of inkomstenbelasting klinkt natuurlijk heel erg, maar de mensen in Griekenland hebben het anders ook niet best. Of project X in Haren, dat was best heel vervelend, maar in Syrië, daar is het ook geen feest. Relativeren helpt. Heb iets rottigs en zet er iets rottigers tegenover. Rottig valt dan ineens wel mee. Thuis gebruik ik dat ook.

Zo mag ik van mevrouw Vluggen geen nieuwe platenspeler aanschaffen. Vindt ze onzin. Dus denk ik: ‘ach, er zijn miljarden jongeren die nog nooit een platenspeler hebben kunnen horen, dan wel hebben gehoord’. Beetje relativeren. Goed.
 
Als ik wil dat zoon nr. 1 zijn kamer opruimt, dan vraag ik dat dus niet. Ik vertel hem dat het zak- en kleedgeldtechnisch slim is dat hij me gaat helpen met het winterklaar maken van de tuin. Vervolgens laat ik een volledig irrelevante en onsamenhangende puberale tirade over me heen dalen en benut zijn onvermijdelijke adempauze om te verzuchten: ‘nou ruim dan in ieder geval je kamertje op’. We gaan vervolgens opgelucht uiteen.
 
Ook dochterlief vaart wel bij de relativeringstheorie. Zij wil sinds kort naar de tienerdisco. Ik wil dat niet. Dat zij daarheen gaat bedoel ik. En zelf wil ik er overigens ook niet heen. Maar dat zeg ik dus niet. Juichend roep ik haar toe dat niets zo leuk is als de disco en dat ik zeker met haar mee ga. Lekker dansen, yeah burn baby burn! De uitwerking van mijn onverwachte enthousiaste reactie op het zich ontwikkelende hersenpannetje is opmerkelijk. Terwijl onze oefenpuber naar boven bulldozert teneinde haar onbegrip tussen de Bieberposters te kunnen verwerken, schreeuwt ze me holle frasen toe over mijn kledingsstijl, leeftijd, haardracht, aftakelende lichaam en de mogelijke effecten die de aanwezigheid van genoemde kenmerken op de dansvloer zal hebben op haar vriendinnenschaar. Wanneer ik na een kwartiertje quasi boos haar kamer binnenloop, smeekt ze of ze dan tenminste tv mag kijken bij een vriendin. Als ik met een bedenkelijk gezicht toestem, krijg ik een pakkerd en heb een gelukkige en opgeluchte dochter die heel erg niet naar de disco gaat.
 
Met zoon nr. 2 is het ook oppassen. Hij wil naar een pas geboren olifantje gaan kijken. ‘Alsjeblieft alsjeblieft alsjebliehieft’. Tja, naar de dierentuin op zondag. Alleen naar de IKEA op zaterdag is erger. Ik ga dus voor dat mannetje staan en zet mijn wijsvinger op zijn met vijf sproetjes versierde neusje. ‘Zeg ventje, weet jij wel dat Sinterklaas helemaal niet bestaat!’ schreeuw ik hem vervolgens toe. Over dat olifantje heb ik hem niet meer gehoord. Relativeren, hop.
 
Het werkt ook zo in de politiek. De WIA is destijds redelijk geruisloos ingevoerd omdat iedereen met de nieuwe basisverzekering bezig was. Nu is de Ziektewet ingrijpend veranderd en gaat de WW op de schop. Niemand hoor je erover. Iedereen heeft het alleen maar over die inkomensafhankelijke zorgpremie. En dat terwijl die er waarschijnlijk niet eens gaat komen. Hé, da’s eigenlijk best een goed idee voor mijn plannen aangaande de nieuwe platenspeler!   Ik zal mevrouw Vluggen vanavond vertellen dat ik een mooi exemplaar heb gezien voor weinig. Daarnaast voeg ik haar toe dat ik voornemens ben een maîtresse te nemen, voor erbij zeg maar. Dan moet ik die platenspeler toch zonder geëmmer kunnen aanschaffen!