Terug naar overzicht
05 oktober 2015

En-kwestie: Dikke vinger deel II

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Vanmorgen moest ik even glimlachen toen ik de AM signalen langs zag komen met daarin de reactie van het Verbond van Verzekeraars op de nieuwe plannen van Asscher. Verzekeraars dachten waarschijnlijk al dat ze onze minister te slim af waren geweest. Zoals u in ‘Dikke vinger deel I’ hebt kunnen lezen hebben de verzekeraars steeds iets meer van hem gepakt. Eerst een wijziging van de WGA-premie bij UWV en vervolgens ook nog de WGA overstaptermijn. Nou, dat is ze gelukt, alleen pakt Asscher nu gewoon glimlachend de halve verzuimverzekeringsmarkt van hen af.

Sja, die Asscher lijkt dan soms wel een beetje een duf konijn, maar hij is een sluw tegenstander. Asscher is namelijk een vader. Van drie.

Als vader van drie wordt er wel nogal eens wat van je gepakt. Gelukkig word je bij ieder kind iets sluwer. Zo werd ik vanaf het moment dat zoon nummer één kon lopen al achterdochtig. Toen dochter deo de puberteit bereikte, zat ik in het stadium van ‘gehaaid’ en sinds zoon nummer twee niet meer naar bed gebracht wilt worden ben ik ronduit ‘doortrapt’. Het heeft alles te maken met pakken. Ik geef u een voorbeeld.

Bij ons wordt veel gepakt door niemand. Onze voorraadkast, koektrommel en koelkast kunnen zich meten met willekeurig welke verdwijningstruc van Hans Klok. Van het pak schoolkoeken dat op vrijdag door het gezinshoofd annex boodschappenweldoener in de voorraadkast is gelegd, blijkt maandagochtend slechts een lege verpakking over. Het verrassende is dat geen kind zijn vingers naar de koeken heeft uitgestoken. Alle drie zijn ze stomverbaasd. Nou ja, enkel verbaasd dan, stom zijn ze zeker niet, want zoon zoon nr. 1 murmelt met overslaand stemmetje: ‘’huh? Hoe kan dat nou?‘, zoon nr. 2 zet bambi-ogen op en zweert dat hij niks heeft gedaan en dochterlief onderbreekt haar instagramsessie door te schreeuwen dat  het toch niet waar kan zijn dat ze niet vertrouwd wordt en dat alle ouders van haar vriendinnen zoiets niet in hun hoofd zouden halen en dat het supergemeen is dat we altijd haar... Enfin.

Ik heb dit een paar jaartjes aangezien, de sussende woorden van mevrouw Vluggen tot mij nemend, maar onlangs ben ik in de tegenaanval gegaan. Allereerst ben ik zaken gaan verstoppen. De geliefde fles cola van dochterlief in de schuur, het favoriete broodbeleg van zoon nr.1 in de groentelade en de snoepjes waar zoon nr. 2 verzot op is in de boekenkast. Dat heeft een dikke maand plezier opgeleverd. Zojuist heb ik fase twee afgerond; zelf dingen wegnemen. Iedere ochtend weer zijn er drie schoolkoeken nodig. ’s Avonds kijk ik in de voorraadkast en als er nog drie van die repen liggen, pak ik er eentje. Lekker bij de tv. Hop. ’s Ochtends speel ik de vermoorde onschuld terwijl het kindertribunaal tegenover me staat: ‘ja, jongens, ik heb jullie al zo vaak gezegd dat hier dingen verdwijnen en dat het onbegrijpelijk is hoe dat kan, papa begrijpt het ook niet’.

Nu is fase drie aangebroken: ze tegen elkaar uitspelen. Dochterlief had van haar eerste, met vakkenvullen (ja, het kan raar lopen) verdiende centjes een stukje geitenkaas gekocht voor op haar boterhammetjes. Lekker voor tussen de middag op school. Heerlijke kaas kan ik u verzekeren, het was alleen wat veel, ik kreeg het bijna niet op gisterenavond. Vanmorgen stond mijn prinsesje beteuterd de koelkast in te staren. ‘Weet jij waar mijn geitenkaas is gebleven?‘ vroeg ze met dreigende toon. Zo onschuldig als verder alleen zoon nr. 2 kan kijken staarde ik haar aan. ‘Nee lieverd, geen idee.’ ‘Ik zag net wel je broer heel enthousiast doen toen hij de koelkast opende, misschien dat hij iets weet?’

Terwijl het immer opgewekte prachtpubertje scheldend richting haar broers kamer stampvoette, ben ik eens rustig met een kopje koffie gaan zitten wachten op de dingen die komen zouden.

Arme verzekeraars. Ze nemen het op tegen een vader van drie. Ik heb bijna medelijden.