Terug naar overzicht
08 november 2018

En-kwestie: Beter dan de rest stress

Twee opmerkelijke nieuwsberichten troffen mij de afgelopen weken. Allereerst het op zijn minst merkwaardige bericht dat werknemers zichzelf massaal beter vinden dan hun collega’s. Als tweede het zorgwekkende bericht dat het niet goed gaat met de geestelijke gezondheid van de Neerlandse werknemers. Ik geef u de cijfers: de verzuimkosten als gevolg van psychische klachten bedragen jaarlijks 1,8 miljard eurae, werkstress veroorzaakt jaarlijks 7.555.000 verzuimdagen, een miljoen landgenoten heeft last van burn-out klachten en ook de WGA wordt voor bijna de helft gevuld dankzij psychische problematiek. Verontrustend, te meer het einde nog niet in zicht is. Met name de jongere werknemers zijn namelijk gestrest. Dat komt overigens niet door werk. Dat ligt aan games en sociale media. En de ANWB natuurlijk.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Jongeren lijken helemaal zen te zijn met al die smartphones en tabletten. Open de woonkamer van willekeurig welke gezinswoning en op de bank ligt een jongedame selfies op insta te zetten en haar broertje ligt er naast Fortnite te spelen. Als je hun aandacht wil, dan zal je ze een Whats-appje moeten sturen of de router eruit moeten trekken.

Het plezier van de kinderen is echter schone schijn. Achter de schermen is een bikkelharde strijd gaande. Zo wordt in huize Vluggen zoon nr. 2 omver geknald in zijn schietspel en staat de dader een irritant dansje te doen terwijl de i-pad gelijktijdig meldt dat het dorpje dat onze jongste in Clash of Clans heeft gebouwd, is overweldigd door een rivaliserende clan (als u niet weet wat deze teksten inhouden; wanhoop niet, u bent een gelukkig mens). Ook op instagram en facebook moeten topprestaties geleverd worden. De plaatjes die dochterlief post, moeten de waarheid op formidabele wijze verbloemen en laten zien dat ons doodnormale kind in wezen een supercoole chick is met een veel interessanter leven dan degene die de plaatjes bekijkt.

Tot voor kort had alleen zoon nummer 1 geen stress. Sinds hij zijn rijbewijs heeft gehaald, geeft hij niks meer om zijn mobieltje en gegamed wordt er nog amper. Zodra mevrouw Vluggen hem de autosleuteltjes in de handen drukt, iets dat naar mijn zin veel vaker gebeurt dan noodzakelijk, verdwijnt hij met een grote glimlach in onze tot op heden onberispelijke gezinswagen en rijdt zijn vrijheid tegemoet. Aan die onbezorgde pret is sinds deze maand een einde gekomen aangezien mevrouw Vluggen bij de ANWB een autoverzekeringetje heeft afgesloten. Onderdeel daarvan is een dongel; een apparaat dat zo’n beetje alle handelingen van de chauffeur registreert en bovenal becommentarieert. Mevrouw Vluggen krijgt netjes in de mail de reviews van haar ritten en dus ook die van zoon Verstappen. Inmiddels heeft zij haar eerstgeborene zwart op wit kunnen aantonen dat zij de veel betere chauffeur is en ook onze familie, kennissen en natuurlijk de vrinden van onze kleine coureur worden tot vervelens toe van dit feit op de hoogte gesteld.

Jongerenstress; iedere dag, elke week, jaar in jaar uit is voor de jongelui een strijd om  te bewijzen dat ze beter zijn dan de rest. Niet verwonderlijk dat jongeren volledig gestrest van school komen en met spanning in het gehele lijf de arbeidsmarkt betreden en daar vervolgens  het waanbeeld koesteren dat ze beter zijn dan hun collega’s. Zorgverzekeraar Menzis publiceerde vorige week de zorgwekkende uitkomsten van een werknemersonderzoek. Zo wil een derde van de jongeren onder de 30 jaar dat de werkgever een coach beschikbaar stelt om stress gerelateerde klachten te bespreken. De junioren zien ook wel wat in een wekelijkse stoelmassage op het werk en daarnaast is  een hond op kantoor gewenst om hen te helpen ontspannen. 

Volgens mij is er een meer praktische oplossing. Jongeren mogen voortaan pas aan de smartphone, tablet en -vooruit- dongel, zodra zij hun eerste fulltime baan krijgen. Volgens mij zullen ze dan met een veel realistischer zelfbeeld de arbeidsmarkt betreden en met hard werken daadwerkelijk beter kunnen worden dan hun collega’s. Ik kan het weten; het is mij immers ook op die manier gelukt!