In het sociaal akkoord van 2013 hebben het kabinet en sociale partners afgesproken dat ze 125.000 extra banen gaan realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking. Het gaat daarbij om 100.000 banen in de marktsector die in 2026 gerealiseerd moeten zijn en 25.000 banen bij de overheid die in 2024 gerealiseerd moeten zijn. In de tussenstand van 2021 zouden er dan 80.000 extra banen gerealiseerd moeten zijn: 60.000 in de sector markt en 20.000 in de sector overheid. Deze doelstelling is in zijn totaliteit in 2021 met 72.809 extra banen niet gehaald. Dat ligt aan de overheid. Of toch niet?
De overheid doet het niet of wel goed bij de Banenafspraak
Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.
Minister Carola Schouten heeft de Tweede Kamer vorig jaar laten weten dat de werkgevers in de markt op schema liggen met de Banenafspraak. Zij zouden voor 2021 op 60.000 extra banen moeten zitten en hebben er bijna duizend meer gerealiseerd. Het behaalde resultaat van de werkgevers in de sector overheid steekt er wat magertjes bij af. In plaats van de beoogde 20.000 extra plaatsen zijn er voor 2021 slechts 11.842 extra banen gerealiseerd. Jammer genoeg is het geen opmerkelijke vaststelling. Sinds de Wet Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten per mei 2015 werd ingevoerd zijn er meer van deze berichten langsgekomen.
Het begon goed met de Banenafspraak. Een jaar na invoering van de Wet werd de eerste meting door UWV verricht met als resultaat dat zowel werkgevers in de markt als de overheid hun doelstelling voor 2015 hadden gehaald. Een jaar later moest toenmalig Staatssecretaris Jetta Klijnsma haar teleurstelling uitspreken over de overheidswerkgevers die voor 2016 onvoldoende extra banen hadden gerealiseerd. Ook haar opvolgster Staatssecretaris Van Ark moest hoofdschuddend toezien hoe de sector Overheid in de jaren erna de doelstelling niet haalde. Gelukkig was er een dwingend instrument om de overheid tot daden aan te sporen: de quotumboete. Deze boete zou al in 2017 moeten gelden voor overheidswerkgevers maar de sector werd meer tijd gegund om de zaken op orde te krijgen.
En dan is de Tweede Kamer vorig jaar opnieuw geïnformeerd over de geboekte resultaten tot en met 2021, waarbij bleek dat overheidswerkgevers - bij lange na - de doelstelling niet hebben gehaald. Het aantal banen was in 2021 zelfs met 456 afgenomen. Een oorzaak van de tegenvallende prestaties kunnen inleenverbanden zijn. De overheid heeft namelijk veel taken uitbesteed aan de marktsector, die veelal via inkoop van diensten worden uitgevoerd. Hoewel deze banen worden gecreëerd door de overheid, tellen ze mee bij de gerealiseerde banen in de marktsector. Hiernaar is onderzoek uitgevoerd en vorige maand zijn de uitkomsten bekend gemaakt. Op basis van een enquête onder werkgevers uit de markt, die een of meerdere werknemers uit de doelgroep van de Banenafspraak in dienst hebben, is ingeschat hoeveel van die banen tot stand zijn gekomen dankzij inkoop door de overheid. De schatting is dat het in het eerste kwartaal van 2022 om tussen de 15.000 en 17.000 banen ging. Als dat wordt opgeteld bij de gerealiseerde banen bij overheidswerkgevers zelf, dan is de afgesproken 20.000. ruim gehaald. Helaas gaat die vlieger niet op. Bij de schatting blijkt het te gaan om een absoluut aantal banen en niet om extra banen ten opzichte van de periode voor de Banenafspraak.
De minister wil een eerder ingediend Wetsvoorstel om de systematiek van de Banenafspraak te vereenvoudigen en administratieve belemmeringen weg te nemen mogelijk weer in behandeling nemen. Voor het komende zomerreces krijgen we het te horen, net als de realisatie van het aantal extra banen in 2022. Misschien een ander idee: De Wet Banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten omdopen tot Wet Goede bedoelingen zonder consequenties.