Terug naar overzicht
05 januari 2015

De basis voor de nieuwe vergoedingen

Dankzij de Wet werk en zekerheid (Wwz) hebben we vanaf dit jaar te maken met twee nieuwe vergoedingen: per 1 januari 2015 de vergoeding voor de niet in acht genomen aanzegtermijn en per 1 juli 2015 de transitievergoeding. Deze vergoedingen worden berekend over het loon, maar aangezien er nogal wat verschillende soorten loon bestaan, is een toelichting op zijn plaats.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Dankzij de Wet werk en zekerheid (Wwz) hebben we vanaf dit jaar te maken met twee nieuwe vergoedingen: per 1 januari 2015 de vergoeding voor de niet in acht genomen aanzegtermijn en per 1 juli 2015 de transitievergoeding. Deze vergoedingen worden berekend over het loon, maar aangezien er nogal wat verschillende soorten loon bestaan, is een toelichting op zijn plaats. Die is er eind december gekomen met het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoedingen de Regeling looncomponenten en arbeidsduur.

In het besluit valt te lezen dat  de vergoeding in verband met de aanzegtermijn wordt berekend over het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand. Is er sprake van een wisselend arbeidspatroon (denk aan oproepcontracten), dan wordt het loon berekend over het gemiddelde in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van het contract. Duurde dat korter dan 12 maanden, dan slechts over de duur van het contract. Dezelfde berekeningsperiode geldt als er sprake is van stukloon of provisie.

Bij de vergoeding voor de aanzegtermijn worden in het bruto uurloon géén andere looncomponenten meegenomen. Dus geen overwerk- of ploegentoeslag, geen vakantiegeld of eindejaarsuitkering, geen winstdeling et cetera: alleen het 'kale' uurloon of stukloon, eventueel te verhogen met ontvangen provisie.

Is er sprake van een te late aanzegging, en is dus de vergoeding naar rato verschuldigd, dan is de berekeningsmethodiek als volgt: is de werkgever 2 dagen te laat, en telt de maand 31 dagen, dan is de vergoeding 2/31ste van een maandloon. Telt de maand 28 dagen, dan is de vergoeding 2/28ste van een maandloon. Bepalend is de laatste maand voor het einde van de arbeidsovereenkomst. Periodes van (gedeeltelijke) afwezigheid bijvoorbeeld in verband met ouderschapsverlof of ziekte bij een vaste overeengekomen arbeidsduur zijn niet van invloed. De overeengekomen arbeidsduur wijzigt immers niet.

Het kan zich voordoen dat de vergoeding wegens het niet in acht nemen van de aanzegtermijn verschuldigd is, terwijl de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet. In dat geval wordt met het moment waarop de arbeidsovereenkomst eindigt bedoeld het moment waarop de arbeidsovereenkomst waarvoor de aanzegtermijn in acht genomen moest worden van rechtswege zou eindigen. Dit kan natuurlijk zorgen voor een ongemakkelijke situatie. Wij zijn benieuwd of een werknemer van wie het tijdelijke dienstverband zojuist is voortgezet, bij zijn werkgever gaat vragen om een vergoeding wegens het niet in acht nemen van de aanzegtermijn.

Het loonbegrip voor de transitievergoeding is uitgebreider dan dat voor de aanzegtermijn. Voor het loonbegrip voor de transitievergoeding tellen ook mee:

  • 1/12de van het vakantiegeld en vaste eindejaarsuitkering waar de werknemer binnen 12 maanden recht op zou hebben bij voortzetting van het contract;
  • 1/12de van de overeengekomen vaste looncomponenten in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van het contract. Onder vaste looncomponenten worden verstaan componenten die niet afhankelijk zijn van het functioneren van de werknemer of het resultaat van de onderneming. Als vaste looncomponenten zijn aangewezen de ploegentoeslag en de overwerkvergoeding. Of deze structureel zijn, is daarbij niet van belang;
  • 1/36ste van de overeengekomen variabele looncomponenten in de drie kalenderjaren voorafgaand aan het jaar waarin het contract eindigt. Onder variabele looncomponenten worden verstaan componenten die afhankelijk zijn het resultaat van de onderneming en/of de prestaties van de werknemer. Als variabele looncomponenten zijn aangewezen bonussen, winstuitkeringen en eindejaarsuitkeringen.
  • Als de arbeidsovereenkomst korter heeft geduurd dan 12 maanden (dat kan als er sprake is van opvolgend werkgeverschap), dan wel 36 maanden vindt de berekening van bovenstaande looncomponenten naar rato plaats. Heeft het contract bijvoorbeeld maar 24 maanden geduurd, dan telt 1/24ste mee van de overeengekomen variabele looncomponenten die tijdens de duur van het contract zijn uitgekeerd.
  • Niet overeengekomen variabele looncomponenten, zoals bijvoorbeeld een gratificatie, tellen niet mee.

De Regeling looncomponenten en arbeidsduur regelt dat periodes van verlof, staking of ziekte geen invloed hebben op de arbeidsduur van een werknemer die geen vaste arbeidsduur heeft. In deze regeling wordt ook bepaald wat ‘vaste looncomponenten’ en ‘variabele looncomponenten’ zijn. Als vaste looncomponenten worden overwerkvergoedingen en ploegentoeslagen aangewezen. Bonussen, winstuitkeringen en eindejaarsuitkeringen zijn aangemerkt als variabele looncomponenten. Looncomponenten die niet in deze regeling zijn aangewezen, worden niet meegenomen in de berekening van de hoogte van de transitievergoeding.

Bronnen: officiële bekendmakingen.nl / AWVN.nl