Terug naar overzicht
16 november 2015

Cao aanvullingen anno 2015

De jaarlijkse rapportage over ontwikkelingen in cao-land is weer gepubliceerd. We hebben met name de ontwikkelingen over aanvullingen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid grondig doorgenomen en schotelen u graag een samenvatting ervan voor.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

De jaarlijkse rapportage over ontwikkelingen in cao-land is weer gepubliceerd. We hebben met name de ontwikkelingen over aanvullingen bij ziekte en arbeidsongeschiktheid grondig doorgenomen en schotelen u graag een samenvatting ervan voor.

Voor de cao-rapportage zijn 100 cao’s onderzocht, van toepassing op ca. 5,0 miljoen werknemers (85% van alle werknemers die onder een cao vallen). Over aanvullingen bij ziekte wordt door de opstellers nog maar eens de afspraak uit het najaarsakkoord van 2004 aangehaald. Destijds werd door de sociale partners afgesproken om, gerekend over de eerste twee ziektejaren, in beginsel niet meer dan 170% van het loon door te betalen. Wel werd de mogelijkheid opengehouden om aanvullende specifieke arbeidsvoorwaardelijke afspraken te maken ter stimulering van (versnelde) re-integratie. Die ‘aanvullende specifieke arbeidsvoorwaardelijke afspraken’ zijn sindsdien in ruime mate opgedoken in cao’s. Anno 2015 is dat niet anders.

Aanvullingen op de loondoorbetaling

Er zijn  2 cao’s zijn waarvoor geldt dat de loondoorbetaling bij ziekte gedurende de eerste twee ziektejaren lager is dan 170%, ongeacht re-integratie-inspanningen. Voor 15 cao’s geldt dat de doorbetaling gelijk is aan 170%. In 59 cao’s kan de loondoorbetaling over beide ziektejaren hoger dan 170% uitkomen als de werknemer zijn werk deels hervat of zich anderszins voldoende inspant voor of actief meewerkt aan re-integratie. In 24 cao’s is de loondoorbetaling bij ziekte gedurende de eerste twee ziektejaren zondermeer hoger dan 170%. Voor 20% van de werknemers onder de onderzochte cao’s geldt dat ze 170% krijgen doorbetaald, maar dat gewerkte uren een hoger percentage opleveren. De aanvulling als beloning voor re-integratie-inspanning blijft wat ons betreft een vreemd fenomeen. Een werknemer heeft immers alleen recht op loondoorbetaling als hij zich inzet voor zijn re-integratie. Iedere werknemer die loondoorbetaling ontvangt zou dus in feite ook een aanvulling moeten hebben indien deze arbeidsvoorwaardelijk is geregeld.

Aanvullingen op de WIA

In veel cao’s wordt een aanvulling op de WIA geregeld en ook de 35-minner kan in 53 van de onderzochte cao’s een aanvulling tegemoet zien. Deze aanvullingen variëren van een compensatie van 65% van het verschil tussen het oude en het nieuwe loon gedurende vijf jaar tot 100% van het oude loon indien de werknemer op eigen functieniveau werkzaam is. In tien van de 53 cao’s is (mede) sprake van een al dan niet verplichte WIA bodemverzekering.

In 45 cao’s is een afspraak opgenomen over een aanvulling op een WGA-uitkering.  In 23 cao’s hebben werknemers recht op een aanvulling bij niet duurzame arbeidsongeschiktheid hoger dan 80%. Er zijn 25 cao’s waar een aanvulling op de IVA-uitkering wordt genoemd.

In 38 cao’s (45% van de werknemers) is sprake van een bepaling over al dan niet verdelen van de WGA-premie. In 29 van deze cao’s is afgesproken dat werkgevers de premie voor maximaal 50% op de werknemers mogen verhalen.

In 20 cao’s (10% van de werknemers) wordt een verzekering ter afdekking van een eventueel WGA-hiaat genoemd. De Excedentverzekering komt voor in acht cao’s (2% van de werknemers). In 21 cao’s (van toepassing op 12% van het totale aantal werknemers onder de onderzochte cao’s) is geregeld dat werknemers een verzekering kunnen afsluiten voor (extra) aanvullingen op hun WIA-uitkering (anders dan hiaat- en Excedentverzekering). Het gaat dan bijvoorbeeld om een collectieve WIA aanvullingplus-verzekering of een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen, waarbij de werknemer meestal de premie betaalt.

De volledige rapportage kunt u hier vinden.