Terug naar overzicht
10 januari 2022

Borstlap over het regeerakkoord: glas is halfvol

Het nieuwe kabinet heeft op het terrein van de sociale zekerheid aardig wat dossiers liggen die opgepakt moeten worden. In het regeerakkoord wordt voor de hervorming van de arbeidsmarkt verwezen naar het eindrapport van de commissie Regulering van werk onder leiding van Hans Borstlap. Wat vindt Borstlap zelf van de plannen in het regeerakkoord? In een podcast van ‘Juridisch geneuzel’ werd het hem gevraagd.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Allereerst wil Borstlap over het regeerakkoord kwijt dat de plannen niet het allerbelangrijkst zijn. Het gaat er volgens hem om dat je met elkaar moet onderkennen wat het probleem is. Het probleem kan vervolgens op verschillende manieren worden aangepakt en als dat op een andere (betere) manier gebeurt dan volgens de ideeën van de commissie Borstlap is dat prima. Eén van de problemen die onderkend is, is het te grote verschil tussen vast en flex. In het regeerakkoord staat daarvoor onder andere het plan om de fase A-periode van uitzendkrachten te maximeren op een jaar. De Commissie Borstlap adviseerde een halfjaar, maar dit is slechts een verschil in uitvoering. Waar het volgens Borstlap om gaat is handelen naar de gedeelde analyse dat te veel flexibiliteit slecht is voor werknemers om economische en sociale redenen.

Wat met de in het regeerakkoord opgenomen ‘budgetneutrale WW’ wordt bedoeld is Borstlap nog onduidelijk. Ook hier stelt hij echter dat de analyse van het probleem wordt gedeeld. Er moet meer wendbaarheid voor bedrijven komen. Voor de werknemer is deze er al; er mag verzocht worden om aanpassing van de arbeidsduur. Die mogelijkheid moet de werkgever ook krijgen als bedrijfseconomische redenen daartoe aanleiding geven. Zo kan werkloosheid worden voorkomen en wordt de behoefte aan externe flexibiliteit teruggedrongen. Borstlap ziet dit graag in combinatie met de aangekondigde leerrechten. Zo zou een werknemer als dat bedrijfseconomisch nodig is minder werken en in die tijd aan scholing kunnen doen. Die leerrechten zouden dan idealiter wel meer worden geregeld zoals in het plan van de Commissie Borstlap waarbij een individueel leerrecht vanaf geboorte wordt voorgesteld. In het regeerakkoord wordt eigenlijk niets structureels geregeld en dan kan het over vier jaar zomaar gedaan zijn met die investering. Borstlap hoopt ook dat de kersverse minister Dijkgraaf van Onderwijs hier iets meer van kan maken, de bijdrage van het ministerie van OC&W op dit punt is tot nu toe teleurstellend geweest.

Borstlap wordt gevraagd of de aangekondigde stapsgewijze verhoging van het minimumloon met 7,5% niet wat magertjes is. Dat is wellicht zo, maar toch moet dit plan volgens hem als een doorbraak worden gezien om de bestaanszekerheid van de onderkant van de arbeidsmarkt te verhogen. Borstlap verwacht een verdere verhoging van het minimumloon, maar ziet dat in samenhang gebeuren met het afschaffen van allerlei toeslagen.

Een andere doorbraak ziet Borstlap op het zzp-dossier. De zelfstandigenaftrek als prikkel om te kiezen voor zelfstandigheid wordt aangepakt en schijnzelfstandigheid wordt tegengegaan. In de webmodule heeft Borstlap minder vertrouwen. Deze moet vooraf helderheid geven over het bestaan van een dienstbetrekking, maar het is vaak een grijs gebied. Borstlap stelt voor de bal bij de werkgever/opdrachtgever te leggen met als uitgangspunt: ‘werknemer tenzij’. De intentie van partijen is daarbij niet leidend; het gaat nog steeds om gezag, arbeid en loon, waarbij de definitie van gezag meer naar deze tijd toegetrokken moet worden.

Over de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering van zelfstandigen is Borstlap helder: dat wordt op termijn niks. Hij ziet het liefst een basisverzekering voor alle werkenden en vindt het achteraf bezien een grote fout dat ooit de Algemene Arbeidsongeschiktheidswet (AAW) is afgeschaft. De verzekering die daarna voor zelfstandigen kwam (de Waz) werd door de opt-out mogelijkheid al snel een onbetaalbare verzekering aangezien alle goede risico’s van die opt-out gebruik maakten. Het verbaast Borstlap ook hoe het plan voor de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen tot stand is gekomen. Het is er gekomen naar aanleiding van een SER-advies, waarbij de zelfstandigen zelf niet betrokken waren.

In het regeerakkoord zijn ook enkele regels gewijd aan het onderwerp loondoorbetaling bij ziekte. Volgens Borstlap zijn dat teleurstellende regels. Hij legt uit dat voor een wendbaar arbeidsbestel en economie het belangrijk is dat werkgeverschap aantrekkelijk wordt gemaakt. Dan is een periode van loondoorbetaling bij ziekte van twee jaar veel te lang. Eigenlijk vindt Borstlap één jaar al teveel van het goede. De risicoverdeling klopt volgens hem niet aangezien een werkgever zeer lang moet betalen voor ziekteverzuimrisico’s die meestal niet door hem te beïnvloeden zijn. Wel te spreken is hij over de duidelijkheid voor re-integratie na 1 jaar van ziekte, die zich dan in principe op het tweede spoor richt. Al met al noemt Borstlap de plannen rond de loondoorbetaling een halfslachtige onderhandelingsuitslag.

Borstlap mist de passie in het akkoord voor de aanpak van de arbeidsmarkt die hij wel ziet bij de aanpak van problemen zoals het klimaat etc. Wat volgens hem vergeten wordt is dat voor aanpak van alle problemen arbeid nodig is. Dat mist de ambitie dat werkloosheid niet aanvaard kan worden. Volgens Borstlap is arbeidsmigratie niet de oplossing, gezien het vergrijzende Oostblok. Aanpak van werkloosheid is dus noodzakelijk en dan klinkt de 0,6% van het Bruto binnenlands product die wordt besteed aan arbeidsmarktbeleid niet echt hoopgevend. Bovendien moet die 500 miljoen euro ook worden gebruikt voor armoedebeleid, dat onder de verantwoordelijkheid van een ander ministerie valt.

In zijn totaliteit is Borstlap wel tevreden over het regeerakkoord; niets wat wezenlijk is, is vergeten. De basis is gelegd en we gaan de goede kant op; het glas is halfvol. Borstlap heeft ook vertrouwen in Karien van Gennip als nieuwe minister van Sociale Zaken & Werkgelegenheid, die net als hij van het CDA afkomstig is. Bovendien mag hij haar ouders tot zijn vrienden rekenen, dus wellicht heeft Borstlap zo een openingetje om indien nodig wat bij te sturen de komende jaren.

De podcast ‘Juridisch geneuzel’ kunt u op deze website beluisteren.