Terug naar overzicht
13 januari 2020

AOW en premie

Met de Wet Temporisering Verhoging AOW-leeftijd wordt de pensioengerechtigde leeftijd van 67 jaar niet in 2021 maar pas in 2024 bereikt. De koppeling aan de levensverwachting is per 2025 een feit. Dat uitstel kost natuurlijk wel wat. Gelukkig levert het ook wat op.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

De AOW wordt onder andere gefinancierd door een premie over het inkomen die al sinds jaar en dag op 17,90% is vastgesteld. De premieopbrengst is zeker niet voldoende om de lopende AOW-uitkeringen te financieren; het tekort wordt met een Rijksbijdrage aangevuld. De AOW-premie blijft ook na de temporisering van de AOW-leeftijd stabiel. De extra uitgaven zullen worden gefinancierd door het Rijk en ook door werkgevers (en indirect dus werknemers). Om de versoepeling van de stijging van de AOW-leeftijd mede te financieren wordt in gegrepen in de Wet Tegemoetkomingen loondomein. Het jeugd-LIV (Lage Inkomensvoordeel) wordt sinds dit jaar gehalveerd en vervolgens per 2024 helemaal afgeschaft. Daarnaast is het hoge tarief van het LIV van maximaal 2.000 euro verlaagd naar maximaal 1.000 euro per jaar.

Als de AOW-leeftijd minder snel stijgt, dan hoeven de werknemersverzekeringen minder snel langer uit te keren. Dat geldt dan ook voor de private inkomensverzekeringen die werknemersverzekeringen aanvullen, zoals de WGA-hiaatverzekering. Verzekeraars hebben daardoor minder schade en kunnen hun premies herzien. Zo heeft Achmea haar relaties inmiddels aangeschreven dat er premie terugbetaald gaat worden en AEGON laat weten dit met de naverrekening te regelen. Voor werkgevers die de premie van collectieve aanvullingsverzekeringen (mede) laten betalen door hun werknemers, is het nog even opletten dat ze een eventuele premierestitutie ook op de juiste plek laten komen.