Terug naar overzicht
17 april 2023

35-minners op de radar

Een heleboel partijen houden zich bezig, of hebben zich bezig gehouden met de toekomst van ons sociale stelsel. Het onderwerp kwam aan bod bij de commissie Borstlap, het middellange termijn advies van de SER en inmiddels denkt de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel er over na. Een belangrijk aandachtspunt van de partijen is de zogeheten 35-minner. Werknemers die minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn, zorgen voor een groot WIA-succes, maar daar wordt inmiddels genuanceerder over gedacht.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

In de WAO heeft een werknemer recht op een uitkering vanaf 15% arbeidsongeschiktheid. Met de komst van de WIA is in 2006 de 35-minner geïntroduceerd. Al voordat de Wet werd ingevoerd is er aandacht voor de groep 35-minners en dat is sindsdien alleen maar meer geworden. Dankzij de opgerekte ondergrens en de in verloop van tijd strenger geworden arbeidsongeschiktheidsbeoordeling komen arbeidsongeschikte werknemers minder snel in aanmerking voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering.

De 35-minner blijft aan het werk, of gaat richting WW en uiteindelijk Participatiewet. Voor wat betreft het werk is de niet-vangnetter duidelijk in het voordeel. De werkgevers- en werknemersorganisaties hebben afgesproken dat de oplossing wordt gezocht op het niveau van de arbeidsorganisatie. Praktisch wordt dit vertaald als: ‘de 35-minner blijft zoveel mogelijk bij zijn werkgever aan het werk,  tenzij…’. De vangnetter heeft echter geen werkgever en gaat meestal de WW-route in. Het blijkt echter in de praktijk dat 35-minners bij hun eigen werkgever ook niet verzekerd zijn van baanbehoud. Met een WIA-beoordeling op basis van verdiencapaciteit spelen immers niet alleen de beperkingen een rol, maar vooral het salaris voor arbeidsongeschiktheid. Vooral arbeidsongeschikte werknemers met een lager salaris moeten het daardoor doen zonder WIA-uitkering.

De vakbonden FNV, CNV en VCP vinden dat de ondergrens van de WIA weer terug moet naar WAO-niveau toen er vanaf 15% arbeidsongeschiktheid recht op uitkering ontstond. De Tweede Kamer ziet de ondergrens van 35% ook als een ‘hardheid’ in de WIA en de SP heeft minister Van Gennip gevraagd er direct iets aan te doen. Van Gennip zelf brandt haar vingers er niet aan en heeft de problematiek neergelegd bij de Onafhankelijke Commissie Toekomst Arbeidsongeschiktheidsstelsel (OCTAS). Dat heeft onder andere ook met geld te maken. In 2021 berekende het CPB dat verlaging van de ondergrens van de WIA naar 15% per jaar zo’n 430 miljoen euro zal kosten. Het CPB verwacht wel dat hierdoor het beroep op de Participatiewet en de Werkloosheidswet dalen. Meer directe lasten voor de werkgevers dus. Daarnaast moet bedacht worden dat met een verlaging van de ondergrens in de WIA, het voor de hand ligt dat hetzelfde zal gebeuren in de Ziektewet.

Naast alle commissies, de vakbonden, de leden van de Tweede Kamer en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid krijgt de 35-minner inmiddels ook uit de media-kant de nodige aandacht. In de zomer van vorig jaar berichtte Een Vandaag uitgebreid over de WIA hardheden en het Algemeen Dagblad liet eind vorig jaar weten dat veel 35-minners moeilijk rond kunnen komen. Nu heeft tv-programma RADAR de kwestie op het netvlies. Het programma vraagt 35-minners die moeite hebben om aan het werk te komen zich te melden op haar website. We kunnen dus binnenkort een uitzending over dit onderwerp verwachten met waarschijnlijk een Kamerlid van de SP die er een mening over heeft. De daadwerkelijke oplossing voor de 35-minners zonder werk zal langer op zich laten wachten. Met hen kijken we met belangstelling uit naar de eerste tussenrapportage van OCTAS. Laten we hopen dat het niet alleen een verlaging van de WIA-ondergrens wordt, want wat heeft een arbeidsongeschikte werknemer aan een WGA-vervolguitkering van 14% van het minimumloon?