In september maakt de overheid altijd de premies en parameters van de Werkhervattingskas bekend. Dit jaar zijn er naast de nieuw vastgestelde premies ook een aantal wijzigingen in de wijze waarop de premie wordt vastgesteld.

Wijzigingen vaststelling per 2020

Minister Koolmees heeft enkele verbeteringen aangekondigd die hij wil doorvoeren in de premievaststelling per 2020. Het gaat om de volgende wijzigingen:

• In de premieberekening vervalt het rekenpercentage en wordt het gemiddelde percentage als uitgangspunt genomen.
• Voor de berekening van het gemiddelde percentage tellen alleen de loonsom en schade van grote en middelgrote werkgevers mee. Voor de middelgrote werkgevers telt dat hun aandeel naar rato wordt meegenomen.
• De sectorpremies worden vastgesteld op basis van de loonsommen en schades van alleen kleine en middelgrote werkgevers, waarbij die laatste naar rato invloed hebben.
• De gemiddelde premie wordt gebaseerd op een totale loonsom over gemiddeld vijf jaren. 

Een toelichting op deze wijzigingen kunt u hier lezen.

Ontwikkeling werkgeversgrootte

De gemiddelde premieplichtige loonsom is bepalend voor de vaststelling van de werkgeversklassen klein, middelgroot en groot. Voor premiejaar 2020 is het gemiddelde premieplicht loon verhoogd met € 600 op jaarbasis. De grenzen van de werkgeversklassen komen er daarmee als volgt uit te zien:

Ontwikkeling WGA-premie

Met de WGA-premieberekening is het even wennen dat we niet meer met het rekenpercentage aan de slag gaan, maar met de gemiddelde premie. Deze ligt voor 2020 nagenoeg op hetzelfde niveau als de rekenpremie dit jaar. Ook de minimum- en de maximumpremie wijzigen nauwelijks en worden met respectievelijk één- en vier honderdste verhoogd.

Twee wijzigingen die wel invloed gaan hebben zijn de correctiefactor en het gemiddelde werkgeversrisico. Om met de laatste te beginnen; het gemiddelde werkgeversrisico stijgt ten opzichte van dit jaar met 17 procent en komt uit op 0,48%. Door deze stijging komt een werkgever minder snel in aanmerking voor een opslag op de WGA-premie. Als er sprake is van een opslag dan valt deze bovendien lager uit dankzij dit hogere gemiddelde werkgeversrisico. Dit effect wordt nog eens versterkt door de correctiefactor die juist sterk verlaagd is. Vooral grotere werkgevers met WGA-schade zullen hiervan kunnen profiteren. Dit kan dus ook gelden voor werkgevers die eigenrisicodragerschap beëindigen en een premie op basis van de totale historische last betalen.

Voorbeeld

Een werkgever met een actuele en gemiddelde loonsom van  4.000.000 euro heeft een WGA-schadelast van 40.000 euro. Zijn individuele risico bedraagt 1 procent. Op basis van de premieberekening van 2019 betaalt de werkgever dit jaar 64.000 euro aan WGA-premie. Volgend jaar gaat deze werkgever bij gelijkblijvende loonsom en schade bijna 10.000 euro minder betalen (54.800 euro). Een premiedaling van rond de 15% bij een meer dan gemiddelde schade; er zijn verzekeraars waar je het slechter kan treffen.

Ook werkgevers met weinig schade profiteren van de nieuwe premies en parameters en zullen bij gelijkblijvende loon- en schadecijfers een lagere premie betalen. Alleen grote werkgevers zonder schade gaan er op achteruit en betalen volgend jaar 0,01% meer. De werkgever uit bovenstaand voorbeeld zal van die extra 200 euro op jaarbasis waarschijnlijk niet wakker liggen.

WGA

Ontwikkeling Ziektewetpremie

De gewijzigde premievaststelling geldt ook voor de Ziektewetfinanciering. Een gemiddelde premie als basis dus, in plaats van een rekenpremie. Bij de Ziektewetpremies en parameters is alles gestegen behalve de correctiefactor. In de basis is de premie dus wat hoger, maar door het gestegen gemiddeld werkgeversrisico en de dalende correctiefactor doet hetzelfde effect zich voor als bij de WGA. Grotere werkgevers met schade zijn daardoor volgend jaar ‘goedkoper’ uit in de publieke verzekering dan dit jaar, al zullen de verschillen minder groot uitpakken dan bij de WGA. De maximumpremie voor uitzendbedrijven is nog een vermelding waard. Deze is ten opzichte van dit jaar met 0,54 procentpunt gestegen en ligt inmiddels boven de 10 procent (10,02%).

Ziektewet

Voor werkgevers in sector 52 ‘Uitzendbedrijven’ geldt een afwijkende maximumpremie van 10,02%.

Ontwikkeling sectorpremies

Voor kleine en middelgrote werkgevers zijn de sectoraal vastgestelde Ziektewet en WGA-premies van belang. Net als andere jaren zijn er veel verschillende bewegingen in de afzonderlijke sectoren waar te nemen. Sectoren baggerbedrijf en zuivelindustrie zien hun WGA-premie verdubbelen en mocht je als kleine werkgever zijn ingedeeld in de sector banken dan stijgt de WGA-premie volgend jaar met 280 procent. Dalingen in de premie zijn er meer dan stijgingen, maar ze zijn over het algemeen wat kleiner. Sector vervoer KLM is met een halvering van de premie een uitschieter, maar het is de vraag hoeveel werkgevers daarvan profiteren. De gemiddelde sectorpremie ligt in 2020 voor de WGA net onder de 1 procent en dat is een stijging van 10 procent ten opzichte van dit jaar. De gemiddelde Ziektewetpremie ligt volgend jaar met afgerond 0,50 procent een honderdste procentpunt hoger dan dit jaar.