Terug naar overzicht
11 januari 2021

Zoeken naar een goede bedrijfsarts

Sinds 1 juli 2017 hebben zieke werknemers een wettelijk recht op een second opinion van een andere bedrijfsarts als zij twijfelen aan het oordeel van de eigen bedrijfsarts. Die twijfel is er niet vaak; slechts 200 keer per jaar wordt een second opinion aangevraagd. Ook werkgevers kunnen twijfelen aan een oordeel van de bedrijfsarts. Voor werkgevers is er geen second opinion geregeld in de Arbowet. Misschien is het handig om daar wel eens over na te denken.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Een werkgever moet in de overeenkomst met de arbodienst of bedrijfsarts hebben opgenomen dat de werknemer de mogelijkheid heeft om het oordeel van een bedrijfsarts te laten voorzien van een second opinion door een andere bedrijfsarts. Wanneer een werknemer om een second opinion vraagt dan moet de bedrijfsarts hem naar een andere bedrijfsarts verwijzen. De andere bedrijfsarts mag niet voor hetzelfde bedrijf werken als de eerste bedrijfsarts. Als de second opinion is afgerond dan worden de resultaten besproken met de eerste bedrijfsarts. Normaliter neemt die ook de begeleiding weer op zich, behalve als de werknemer aangeeft geen of onvoldoende vertrouwen te hebben in deze bedrijfsarts.

Als een werkgever het niet eens is met zijn bedrijfsarts, dan kan hij een andere bedrijfsarts benaderen. Dit ligt in beginsel gevoeliger dan een second opinion door een werknemer, omdat het de arbeidsongeschiktheid van de werknemer betreft en deze in een afhankelijke positie van de werkgever staat. De Nederlandse Vereniging van Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) maakt zich zorgen over werkgevers die shoppen naar een bedrijfsarts die een oordeel velt dat in het straatje van de werkgever past. De vereniging heeft naar aanleiding van signalen uit het veld hierover een standpunt naar buiten gebracht: ‘Een bedrijfsarts, die niet in een zorgrelatie staat tot een werknemer, geeft geen tweede mening over een eerder gegeven advies door een bedrijfsarts, die wel in een zorgrelatie tot die werknemer staat, behoudens via de wettelijke vastgelegde werkwijzen’.

De NVAB wil voorkomen dat er een praktijk ontstaat waarin een werkgever kan shoppen naar het gewenste advies. Het is onnodig en onredelijk belastend voor de werknemer die de druk voelt mee te moeten werken aan deze medische onderzoeken uit vrees zijn loon te verliezen, aldus de vereniging. Daarnaast vindt NVAB het ondermijnend voor het vertrouwen dat werknemers, werkgevers en behandelaars hebben in de advisering door bedrijfsartsen. Bovendien is het een verspilling van de inzet van de bedrijfsarts, terwijl er schaarste is. Wat de werkgever dan wel moet als hij het niet eens is met zijn bedrijfsarts is volgens de NVAB het aanvragen van een deskundigenoordeel bij het UWV. Ook kan de werkgever terecht bij zijn eigen arbodienst en daar om het advies van een andere bedrijfsarts vragen.