Terug naar overzicht
26 oktober 2020

WW-premiedifferentiatie

Zo’n beetje alle fondsen en kassen waaruit de werknemersverzekeringen worden gefinancierd, worden gevuld met een gedifferentieerde premie. Daarbij kent wel iedere premie zijn eigen differentiatie. De Ziektewet- en WGA-premie worden vooral gedifferentieerd naar schade. Vanaf 2022 hebben we de premie voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds die wordt gedifferentieerd naar werkgeversgrootte. Sinds dit jaar hebben we de WW-gedifferentieerde premie, maar hoe op basis waarvan gebeurt dat ook al weer?

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Tot dit jaar werd de WW-premie voor de financiering van de eerste zes maanden van WW-uitkeringen per sector vastgesteld. Sectoren met een hogere WW-schadelast betaalden dan ook een hogere WW-premie vice versa. De hoogte van de WW-premie is sinds dit jaar niet langer afhankelijk van de mate van werkloosheid in de sector, maar van de aard van het contract. Er zijn twee verschillende WW-premiepercentages: een hoge en een lage WW-premie. De lage premie is voor 2020 vastgesteld op 2,94% en de hoge premie op 7,94%. De hoofdregel is dat de werkgever de lage WW-premie betaalt voor werknemers die werkzaam zijn op een vast contract, dat wil zeggen een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is. Voor alle overige dienstverbanden wordt de hoge WW-premie in rekening gebracht.

Twee premies; het lijkt eenvoudig. Toch kunnen er veel vragen ontstaan bij werkgevers. Welke premie geldt bijvoorbeeld voor een Ziektewetuitkering die een eigenrisicodrager aan zijn ex-werknemer betaalt? Wat als er een vaste oproepovereenkomst van toepassing is? En wat moet worden afgedragen aan premies over flexibele uren die een werknemer met een vast dienstverband draait? Gelukkig is er het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW voor alle antwoorden. Staat het antwoord er niet tussen dan kunt u uw vraag natuurlijk ook aan ons stellen. Meer informatie