Terug naar overzicht
26 september 2022

Wijziging Eerstejaars Ziektewet-beoordeling

Het aantal beschikbare fte’s aan verzekeringsartsen bij het UWV kan het werk niet aan. Eén van de werkzaamheden is het uitvoeren van de Eerstejaars Ziektewetbeoordeling (EZWb). Deze beoordeling is standaard na een jaar ziekte nodig om vast te stellen of de Ziektewetontvanger nog wel arbeidsongeschikt genoeg is om een uitkering te ontvangen. De huidige werkwijze zorgt voor tienduizenden benodigde beoordelingen per jaar. Dat moet volgens het kabinet en het UWV anders en vooral minder.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Om minder artsencapaciteit nodig te hebben probeert het UWV momenteel een andere wijze van beoordelen. Kortweg houdt het in dat de beoordeling alleen plaatsvindt als uit screening na ziekteweek 40 blijkt dat het zinvol is of als afdeling Sociaal Medische Zaken de beoordeling zinvol acht. De argumentatie achter deze wijziging is opvallend. Als reden om de EZWb meer selectief uit te voeren wordt gegeven dat deze beoordelingen veel verzekeringsartsencapaciteit vragen, terwijl een EZWb in slechts een derde van de gevallen leidt tot uitstroom uit de Ziektewet. Dat van die capaciteit is natuurlijk logisch, maar dat maar liefst een derde van de uitkeringen wordt beëindigd zou juist een reden moeten zijn om de beoordeling niet te wijzigen. Het woordje ‘slechts’ is wat ons betreft hier niet aan de orde; het gaat jaarlijks om duizenden beëindigde uitkeringen.

Bij eigenrisicodragers voor de Ziektewet ligt de uitvoering van de Ziektewet bij de werkgever die het zelf doet of uitbesteedt aan een dienstverlener. Dat is echter niet zo voor de eerstejaars Ziektewetbeoordeling. Het UWV moet deze beoordeling ook voor eigenrisicodragers uitvoeren. Hier gaat uiteraard ook veel artsencapaciteit naar toe. Om ook aan deze beoordelingen minder tijd kwijt te zijn, gaan er enkele wijzigingen doorgevoerd worden. Het UWV gaat alleen een EZWb verrichten als de werkgevers en uitvoerders inschatten dat het zinvol is. Aan de hand van een gezamenlijk ontwikkelde screeningswijze EZWb kunnen eigenrisicodragers bepalen of een EZWb leidt tot uitstroom uit de ZW en een beoordeling door UWV dus zinvol is. Deze werkwijze moet dan grotendeels overeenkomen met de werkwijze die UWV inzet bij publiek verzekerde werkgevers.

In een convent met het Platform Private Uitvoerders Sociale Zekerheid en de Algemene Bond Uitzendondernemingen wordt de nieuwe werkwijze vastgelegd. Ook is de afspraak dat de gevraagde informatie voor de beoordeling compleet en tijdig wordt aangeleverd. Is dit niet het geval dan voert UWV geen beoordeling uit.