Terug naar overzicht
27 oktober 2025

WIA-voorschotten vanuit AOF

Natuurlijk vinden we het bij Enkwest plezierig om u te kunnen berichten over nieuws en wetenswaardigheden vanuit ons vakgebied. Soms is er echter een onderwerp bij waarvan je dient; is het niet een keer genoeg geweest? Neem bijvoorbeeld de WGA-voorschotten. Voor de zoveelste keer hebben we nieuws daarover en we weten eigenlijk nu al dat dit niet het laatste bericht zal zijn. Er is namelijk weer niet tot een goede oplossing gekomen.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

Even een korte terugblik. De WIA voorziet in een uitkering bij arbeidsongeschiktheid. Zo komt een zieke werknemer na afloop van de WIA-wachttijd niet in (grote) financiële problemen. Die problemen kunnen wel ontstaan als de uitkering niet tijdig wordt toegekend. Dat risico is de laatste jaren steeds groter geworden, vooral door een groot tekort aan UWV-verzekeringsartsen die een WIA-beoordeling kunnen uitvoeren. Als een WIA-uitkering te laat wordt toegekend, kan de aanvrager het UWV verzoeken om een voorschot te betalen. Het is de vraag hoe zo’n voorschot gefinancierd moet worden. In de verzamelwet van SZ&W voor 2022 regelde het toenmalige kabinet dat een voorschot op een WGA-uitkering verhaald kan worden op een WGA-eigenrisicodrager. Op zich al vreemd om dit via een verzamelwet te doen en nog vreemder omdat werkgevers alleen verantwoordelijk zijn voor een WGA-uitkering en daar is bij een voorschot geen sprake van. Het kan zijn dat er na de beoordeling een IVA-uitkering wordt toegekend, of dat blijkt dat de werknemer minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is. Het UWV kan door een artsentekort niet tijdig een uitkeringsrecht vaststellen; dan kan er ook geen uitkering op de werkgever verhaald worden.

Eind 2022 deed Rechtbank Midden-Nederland een uitspraak over het toerekenen en verhalen van voorschotten aan eigenrisicodragende werkgevers. De rechter oordeelde dat uit de WIA-systematiek volgt dat het UWV pas een toerekeningsbeschikking kan nemen nadat een besluit is genomen over het recht op uitkering. Een toerekeningsbeschikking volgt dus op een uitkeringsbesluit. Met de hierboven aangehaalde wetswijziging is wel een grondslag in de Wet WIA opgenomen om voorschotten te verhalen, maar niet om de voorschotten toe te rekenen. Uiteindelijk heeft de Centrale raad van beroep echter geoordeeld dat de expliciete vermelding in de wet van de mogelijkheid van verhaal van WIA-voorschotten op eigenrisicodragers, automatisch impliceert dat UWV dergelijke voorschotten aan deze werkgevers mag toerekenen.

Dat was in het kort het verhaal over WGA-verhaal tot nu toe. Vorige week is er een wetsvoorstel gepubliceerd dat een nieuw hoofdstuk gaat toevoegen. Het wetsvoorstel voorziet in een tijdelijke grondslag waarmee UWV geheel of gedeeltelijk kan afzien van het terugvorderen van WIA- (en TW-) voorschotten. Hiermee wordt voorkomen dat de werknemer als gevolg van een late beslissing over het WIA-recht te maken krijgt met een inkomensgat. Om te voorkomen dat deze lasten worden doorberekend aan individuele (middel)grote werkgevers, haalt UWV handmatig de lasten uit de individuele premie. Het voorstel is om de lopende en kwijtgescholden WIA-voorschotten vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) te financieren. Dit geldt zowel voor de (ex-)werknemer van wie de werkgever publiek verzekerd is als die van wie de werkgever WGA-eigenrisicodrager is. Nadat UWV heeft bepaald of er recht op een WIA-uitkering bestaat, ontstaat er, met terugwerkende kracht, recht op een uitkering of niet. Op het moment dat er recht op een uitkering ontstaat, kan UWV het bedrag aan uitkering direct op de juiste plek ten laste brengen. Het kan best even duren voordat UWV het recht op uitkering heeft vastgesteld. Om te voorkomen dat WGA-eigenrisicodragers dan ineens met een grote uitkeringslast (terugwerkende kracht) worden geconfronteerd, krijgen zij de mogelijkheid om wel zelf het voorschot te betalen.

De nieuwe financieringswijze die in het wetsvoorstel wordt beschreven vergt systeemtechnische aanpassingen bij UWV. Het is voor UWV niet mogelijk om deze aanpassingen al voor 1 januari 2027 af te ronden. Wat moeten we van de voorgestelde wijzigingen vinden? Positief gesteld; het is beter dan hoe het nu gaat. Feit blijft echter dat UWV een voorschot verstrekt en dat er bij voorbaat vanuit wordt gegaan dat het een WIA-voorschot is. Het gevolg is dat de financiering nog steeds in de arbeidsongeschiktheidshoek wordt gezocht; vanuit het Aof. Er wordt volledig voorbijgegaan aan het feit dat rond de 30% van de WIA-aanvragers helemaal geen recht heeft op WIA.

Een andere vreemde wijziging is de mogelijkheid om bij algemene maatregel van bestuur op basis van artikel 118 van de Wet financiering sociale verzekeringen tijdelijke regels te stellen over de overheveling van bedragen uit het Aof naar de Werkhervattingskas. Dit is volgens het kabinet nodig omdat de nieuwe financieringswijze pas na 2027 in kan gaan. De regeling is vreemd omdat uit dezelfde Wet financiering sociale verzekeringen duidelijk blijkt dat de uitgaven vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds en de Werkhervattingskas, worden gefinancierd vanuit hun eigen gedifferentieerde premie. Kortom, we hebben weer een nieuw hoofdstuk in het WGA-voorschotdossier, maar gezien de voorgestelde vreemde wijzigingen, zal het zeker niet het laatste hoofdstuk zijn. Tot de volgende keer!