Terug naar overzicht
29 oktober 2018

WIA-beoordeling bij psychische klachten

De Inspectie SZW heeft onderzocht in hoeverre UWV maatregelen treft om de WIA-claimbeoordeling voor mensen met psychische problemen te verbeteren. Psychische problemen komen veel voor bij WIA-instroom en dan met name in de regeling WGA. In 2017 vormt WGA-instroom van werknemers met psychische problematiek 42 procent van de totale WGA-instroom en in het lopend bestand bedraagt het aandeel 46 procent. Het is de vraag wat een verbeterde claimbeoordeling hieraan kan veranderen.

Inschrijven voor onze gratis Digi-kwest nieuwsbrief.

UWV zelf heeft ook onderzoeken laten uitvoeren over de WIA claimbeoordeling en de toetsing van het re-integratieverslag. Daar is uiteraard ook de doelgroep met psychische problemen bij betrokken. Uit de UWV-onderzoeken zijn een aantal verbeterpunten naar voren gekomen en doorgevoerd. Zo hebben veel verzekeringsartsen een training voor het toepassen van de BGB-methode gevolgd. BGB staat voor Belastbaarheidsgericht Beoordelingsgesprek en is een min of meer gestructureerd gesprek waarin een aantal vaste onderwerpen op eenzelfde manier aan bod komt. Door gericht door te vragen naar voorbeelden en activiteiten, krijgt de arts een beter inzicht in wat de cliënt nog wel kan. 

Andere mogelijke verbeteringen zijn (nog) niet doorgevoerd. Dat zal waarschijnlijk op termijn wel gaan gebeuren met de introductie van het vaste format voor het re-integratieverslag, waarmee de aangeleverde informatie beter toegankelijk wordt voor verzekeringsartsen. Verbeterpunten die volgens de Inspectie SZW niet zijn doorgevoerd zijn bevordering van de communicatie en samenwerking tussen verzekeringsartsen, bedrijfsartsen en behandelaars en het meer aandacht geven aan de prognose van het verloop van (psychische) problematiek van de klant om de re-integratie te bevorderen.

Minister Koolmees vindt het prima dat de laatst vermelde verbetering niet wordt doorgevoerd. Hij stelt dat de voornaamste rol van verzekeringsartsen bij de claimbeoordeling is de functionele mogelijkheden van betrokkenen in kaart te brengen, zodat de resterende verdiencapaciteit en vervolgens het arbeidsongeschiktheidspercentage kan worden vastgesteld. Daarnaast stellen zij een advies op over de arbeidsmogelijkheden van betrokkene. Het is niet de bedoeling dat de verzekeringsarts de rol van behandelaar aanneemt.

Het volledige rapport van de inspectie kunt u hier lezen.